Private labels profiteren wel mee van de coronacrisis, maar verliezen marktaandeel, laten cijfers van marktonderzoeksbureau Nielsen zien. “Consumenten willen meer uitgeven aan kwaliteit, veiligheid en hygiëne”, aldus Johan Vrancken van Nielsen België. 

De coronacrisis verandert onze manier van consumeren grondig. Uit gegevens van marktonderzoeksbureau Nielsen blijkt dat 27% van de Belgen meer online aankopen doet, 55% onder hen het aantal bezoeken aan de supemarkt vermindert en 40% meer voeding en hygiënische producten koopt. Tegelijk zijn buurtsupermarkten veel aantrekkelijker geworden, onder meer omwille van het gemak. Tussen eind februari en eind maart zagen ze hun verkoop stijgen met 26,1% tegenover een jaar geleden. In totaal incasseerden de Belgische FMCG- en retailwereld sinds eind februari een meeromzet van 322 miljoen euro. Tegelijk is de grote piek achter de rug: het hamsteren – dat voor indrukwekkende verkooppieken zorgde - is voorbij, de Belgen doen weer op een iets meer ‘normale’ manier inkopen. “Ze kopen nog altijd meer omdat er coronamaatregelen zijn en omdat de horeca gesloten zijn”, aldus Johan Vrancken, directeur van Nielsen Belgium.

Bij de producenten zijn ‘follower brands’ de grote winnaars: zij zijn degenen die het meest profiteren van het nieuwe koopgedrag onder corona, met een groei van 29,4% in de maand maart. Daarna komen private labels (26,5%), al moet daarbij gezegd dat de groei daar zit in categorieën waarin ze al sterk waren, terwijl er elders verliezen zijn. Louter op basis van marktaandeel verliezen ze de laatste weken zelfs terrein. “Mensen zijn bereid meer te betalen voor kwaliteit, hygiëne en veiligheid, dat is een belangrijke les, ook na de crisis. Dat zie je nu al in China, waar ze intussen een fase verder zijn dan ons en uit de lockdown zijn”, aldus Johan Vrancken. 

Die fase noemt Nielsen ‘het nieuwe normaal’, waarin consumptiegewoonten wel deels naar het oude terugkeren, maar ook voorgoed veranderd zijn. Dat nieuwe normaal houdt in dat digitaal en multichannel nog sneller hun intrede doen dan tot nu toe het geval was en dat bedrijven daar meer dan ooit een strategie moeten rond bouwen. Dat geldt ook voor technologieën zoals 5G en augmented en virtual reality. “Heel veel evoluties die zich voor de coronacrisis aftekenden, komen nu sneller op ons af. Ik denk niet dat alle bedrijven klaar zijn voor wat er komt. Het komt erop aan om heel goed te kijken naar wat er zich nu afspeelt en daar lessen uit te trekken”, aldus Johan Vrancken. “Als mensen meer willen uitgeven aan hygiëne, kwaliteit en veiligheid, dan kunnen voedingsbedrijven daarop inspelen door duidelijk te communiceren over procedures en origine van producten. Er zal ook meer aandacht gaan naar verpakking, wat een beetje indruist tegen de tendens om minder plastic te gebruiken. Die twee evoluties zullen met elkaar in evenwicht moeten gebracht worden.”