De langverwachte buitengewone vergadering van Mestdagh heeft weinig verrassingen opgeleverd, behalve één ding: een uitgesproken ambitie voor Vlaanderen. Opmerkelijk, want de concurrentie in het noorden van het land is al moordend.

Na de heropening afgelopen woensdag van alle winkels in het Mestdagh-park onder de vlag "Intermarché by Mestdagh" was vandaag opnieuw een vergadering gepland, met de organisatie van een buitengewone ondernemingsraad deze maandagochtend in het hoofdkantoor van Mestdagh. De directie moest "haar ambitie voor de onderneming en haar verkooppunten" presenteren en proberen zowel de angst van het personeel als het wantrouwen van de vakbonden weg te nemen. Zoals verwacht heeft het management van Mestdagh geen herstructurering of sluiting van zijn verkooppunten aangekondigd. En de andere bevestiging is dat "Intermarché by Mestdagh", om van een overwegend geïntegreerd model over te stappen op dat van Intermarché, dat volledig uit onafhankelijke leden bestaat, een soort luchtsluis zal vormen, en dat alle betrokken winkels pas geleidelijk zullen worden overgedragen aan hun kandidaat-zelfstandige exploitanten, die verantwoordelijk zullen zijn voor "het begeleiden [van deze overname] met nieuwe investeringen, zoals in het persbericht wordt bevestigd": "Om deze ambitie te verwezenlijken, zullen de geïntegreerde Mestdagh-winkels geleidelijk het Intermarché-model aannemen: de bedrijfsactiva zullen worden overgedragen aan onafhankelijke bedrijfsleiders (of "leden"), die in hun verkooppunten zullen investeren om ze te ontwikkelen en hun voortbestaan op lange termijn te garanderen. Dit model van onafhankelijke verkooppunten heeft aangetoond dat het kan zorgen voor betere prestaties, een groter vermogen tot aanpassing aan verschillende lokale contexten en een betere aansluiting op territoriale vraagstukken, wat een garantie is voor duurzame en hoogwaardige banen. Dit programma zal stapsgewijs en met inachtneming van de sociale wetgeving en de dialoog met de vakbonden en het personeel worden uitgevoerd.

Vakbonden niet verheugd

Voorlopig verandert deze overname niets aan het lot van het personeel van Mestdagh, aangezien de werknemers onder de CAO 32bis vallen, die voorziet in de overname van de overgedragen werknemers onder dezelfde voorwaarden als die van de vorige werkgever. Pas bij de overdracht van elke winkel aan zijn toekomstige onafhankelijke exploitant zal de overgang naar het franchisemodel effectief zijn en een verandering van gemengd comité met zich meebrengen. Deze werknemers zullen niet langer afhankelijk zijn van de paritaire commissie 202, maar van de paritaire commissie 202.01. En dit vooruitzicht verheugt de vakbonden natuurlijk niet: de regels van de personeelsvertegenwoordiging zijn veel soepeler. Myriam Delmée, van Setca, vertelde het agentschap Belga dat ze "twijfels" had over de toekomstige arbeidsvoorwaarden, en dat de verandering van paritair comité "uiteindelijk zou leiden tot een vermindering van 20 tot 25% van de loonvoorwaarden". 

Guillaume Beuscart, die als algemeen directeur van Mestdagh SA naar Gosselies is teruggekeerd, is niet verbaasd over de dynamiek die dit project voor het netwerk met zich meebrengt: "Onze ambitie voor alle Mestdagh-winkels is historisch en geeft ons de kans om na enkele moeilijke jaren de bladzijde om te slaan. De fusie tussen Mestdagh en Intermarché is een natuurlijke fusie, aangezien de twee bedrijven een gemeenschappelijk DNA en waarden delen: structuren op menselijke maat, sterke lokale wortels, expertise in traditionele verse producten en slagerij, en een ondernemersgeest. Dit is een unieke kans in een moeilijke sectorale context. Met het Intermarché-model en de zelfstandige ondernemers zullen de Mestdagh-verkooppunten de ondernemingsgeest van hun begin hervinden en profiteren van vernieuwde activa.”

De overname door Intermarché geeft de winkels en het personeel van Mestdagh inderdaad een nieuwe kijk op de toekomst, na enkele uiterst moeilijke jaren wat de financiële resultaten betreft. Intermarché heeft nu 163 winkels, waarvan 86 in handen van Mestdagh NV, en meer dan 225.000 m2 winkelruimte. De gecombineerde omzet bedraagt 1,6 miljard euro en komt overeen met een aandeel van 12,4% op de Waalse markt. De afgelopen weken is een uitgebreid opleidingsprogramma voor alle medewerkers gestart en de omzetgroei zal leiden tot een uitbreiding van de activiteiten in het logistieke centrum Mestdagh in Gosselies. Twee buitengewone ondernemingsraden zijn gepland voor 12 en 24 januari. De vakbonden hopen meer details te krijgen over de nieuwe arbeidsvoorwaarden. 

Verankering in Vlaanderen verder ontwikkelen

Zowel Intermarché als Mestdagh zijn van maart tot nu volkomen discreet geweest over hun project. Maar wat vandaag is onthuld komt overeen met wat werd verwacht... of bijna. Er is een verrassende regel in het persbericht. Hoewel het zijn ambitie uitspreekt "om de nummer 1 retailer in Wallonië en Brussel te worden", voegt het er ook aan toe dat dit moet worden bereikt "terwijl de verankering in Vlaanderen wordt ontwikkeld". Een nogal vage formule die geen groot offensief lijkt aan te kondigen... maar die ons toch verrast. Wat is het nut van zo'n strategie?  Afgezien van het feit dat de deur naar het behoud van de Mestdaghs in Brussel en Vlaanderen niet wordt gesloten, vraagt men zich af wat het nut is van een dergelijke intentieverklaring. Vlaanderen is al het toneel van een felle concurrentiestrijd, die al 10 jaar wordt geanimeerd door de komst van Albert Heijn en vervolgens Jumbo. Deze twee Nederlandse merken geven blijk van een fraai opportunisme dat stopt bij de taalgrens. Bovendien zouden alle productverpakkingen, te beginnen met huismerkproducten, moeten worden aangepast om aan de wetgeving te voldoen. Waarom zou Intermarché zichzelf deze zware last opleggen om een paar winkels in Vlaanderen te bedienen? Toen Intermarché in 1991 besloot zich in België te vestigen, deed zij dat door potentiële leden te werven, zonder zich te willen beperken tot een bepaalde regio en een bepaald taalgebied. Er waren Intermarché-winkels in Vlaanderen, maar het spel was de beperkingen niet waard, en ze trokken zich terecht terug. Waarom duikt deze vreemde ambitie vandaag weer op, terwijl men zou verwachten dat de Vlaamse of Brusselse Mestdagh-winkels aan concurrenten worden verkocht? Is dit een overtuiging van de Belgische leden of een nogal naïeve visie van de grote Franse broers, die nergens bang voor zijn?  Het is onmogelijk deze vraag te beantwoorden zolang de musketiers hun zwijgplicht niet hebben verbroken.