De verschillende partners van het Belgische ketenoverleg Agrovoeding hebben een akkoord bereikt over de melk- en varkenscrisis. Voor beide sectoren is op korte termijn een oplossing gevonden. Over zes maanden beloven de actoren van het ketenoverleg met een langetermijnoplossing over de brug te komen.

De tijdelijke oplossing voor de melkveehouderij is gebaseerd op een gelijkaardige maatregel uit 2009. Net als toen zullen de melkprijzen stijgen met tien procent, een toeslag van 2,7 eurocent. Deze toeslag zal gedurende zes maanden door zuivelbedrijven uitbetaald worden. Regionale betaalorganen zullen de inning ervan voor hun rekening nemen, gespreid over acht maanden. In het totaal zou dit de sector 46 miljoen euro opleveren.  

Voor de varkenshouderij is het de eerste keer dat de deelnemers zich buigen over een oplossing. Ook hier zou een éénmalige toeslag over eenzelfde periode tijdelijk voor een verlichting moeten zorgen. Het totaal te innen bedrag bedraagt hier 30 miljoen euro, waarvan intussen al 24 miljoen geïdentificeerd is. Het eigenlijke systeem van toeslag en inning staat hier nog niet helemaal op punt. Wel staat vast dat het de zeugenhouders zijn die hier op financiële hulp kunnen rekenen en een vast bedrag per zeug zullen innen.

Wat er nu effectief gaat veranderen aan de prijs van varkensvlees blijft nog maar de vraag. Dit is namelijk afhankelijk van verschillende schakels van de keten en het is nog te vroeg om in te schatten welke invloed dit op elkaar zal hebben.

Binnen dit ketenoverleg hebben alle partners intussen ook een eisenbundel uitgewerkt om voor te leggen op de Europese landbouwraad van 7 september 2015. Met deze naar eigen zeggen unieke, interprofessionele, innoverende oplossing hopen de deelnemers van het ketenoverleg Europa ertoe te motiveren om ook op Europees niveau tot een oplossing te komen.