Het iconische warenhuis Inno zit in moeilijkheden. Het merendeel van het personeel zit thuis, de keten miste de boot van de e-commerce en het bedrijf lijkt een weinig florissante toekomst voor zich te hebben. Is het tijd voor een overname?

Het zijn donkere dagen voor het personeel van Inno. Meer dan de helft zit thuis, tot in juni. Alleen begin mei, wanneer het 125-jarig bestaan van het warenhuis gevierd wordt, mogen ze opnieuw even aan de slag, daarna is het opnieuw afwachten. Met corona, de stijgende grondstofprijzen en de oorlog in Oekraïne heeft Inno heel wat externe factoren waar het naar kan verwijzen om de malaise bij het bedrijf te verklaren. En ze kloppen ook, zonder twijfel. Maar er is veel meer aan de hand dan het bedrijf wil toegeven. Een gebrek aan doortastend beleid is minstens even belangrijk om de huidige moeilijkheden te verklaren. In de eerste plaats is er het e-commerceverhaal. Terwijl het warenhuis al jaren achteruit boerde en moeite had om zich in de winkelstraat staande te houden, miste het de e-commerceboot compleet. Het opende in tien jaar tijd drie keer een webshop. Twee keer sloot het die opnieuw. Op die manier kan je niet aan klantenbinding doen of vertrouwen winnen. Zeker wanneer andere, nieuwe spelers het veel beter doen.