De Europese KMO’s laten heel veel kansen liggen in de elektronische handel. Terwijl 65 % van de Europese internetgebruikers op het internet als koper actief is, verkoopt slechts 16 % van de kleine en middelgrote ondernemingen producten via internet. Minder dan de helft daarvan (7,5%) verkoopt producten in andere landen via het internet.

Dat blijkt uit cijfers die de Europese Commissie zopas heeft gepubliceerd. Om hier verbetering in te brengen, heeft ze afgelopen december voorstellen met betrekking tot digitale overeenkomsten gedaan. Met die voorstellen zullen de consumenten die op internet winkelen beter beschermd worden en zullen bedrijven de webverkoop kunnen uitbreiden, zegt ze.

In mei komt de Commissie ook met een nieuw wetgevingspakket om de elektronische handel te stimuleren. Daartoe behoren maatregelen om ongerechtvaardigde geoblocking aan te pakken, de transparantie van grensoverschrijdende markten voor postpakketten te verbeteren en de handhaving van de EU-regelgeving betreffende consumenten over de grenzen heen te verbeteren.

Digitale index

Om het Europese beleid te staven publiceert de Europese Commissie elk jaar de index van de digitale economie en maatschappij ("Digital Economy and Society Index" of "DESI"). In deze index worden niet alleen de cijfers met betrekking tot de webhandel opgenomen, maar ook meer algemene gebieden zoals connectiviteit, digitale vaardigheden en overheidsdiensten.

Uit de jongste DESI blijkt dat zo goed als alle lidstaten vorderingen hebben gemaakt, maar de Europese Commissie stelt ook vast dat het tempo van de vorderingen afneemt. Volgens haar moeten dan ook de belemmeringen waardoor de EU-lidstaten digitale mogelijkheden niet ten volle kunnen benutten, weggewerkt worden.

 

België in de Top 5

Uit de resultaten van de DESI blijkt dat Denemarken, Nederland, Zweden, Finland en België nog steeds bovenaan in de ranglijsten staan. Ons land doet het echter slechts ogenschijnlijk goed: hoewel het boven het gemiddelde van de EU presteert, verbetert het trager dan de EU als een geheel. België hinkt m.a.w. achterop de andere goede leerlingen van de klas. In dezelfde groep ‘achterblijvers’ vinden we ook Denemarken, Finland, Zweden en het VK terug. In Nederland, Estland, Duitsland, Malta, Oostenrijk en Portugal stijgen de scores daarentegen het snelst. Deze vormen de kopgroep.

Voor meer over de DESI, klik hier.