Het Europees Parlement heeft dinsdag nieuwe regels voor consumentenbescherming aangenomen als reactie op de toename van online winkelen, opkomende technologieën en de transitie naar een circulaire economie. Daarnaast publiceerde de EU vorig week ook zijn Greenwashing-richtlijn in zijn Publicatieblad.

"Europese consumenten zullen binnenkort gemakkelijker recht hebben op een schadevergoeding in geval van schade door defecte producten", kondigde het Europees Parlement gisteren aan in een persbericht. Met 543 stemmen voor en 6 tegen (58 onthoudingen) hebben de Europarlementariërs de regels rond consumentenbescherming geüpdatet. "De bijgewerkte richtlijn vereenvoudigt de bewijslast voor mensen die een schadevervoeging eisen en schaft in het bijzonder de minimum schadevergoedingsdrempel van 500 euro af", aldus het Europees Parlement. "Terwijl de eiser van de schadevergoeding normaal moet bewijzen dat het product gebrekkig is en dat het defect de schade heeft veroorzaakt, kan een rechtbank er nu van uitgaan dat het product gebrekkig is, met name in de technisch en wetenschappelijk meest complexe gevallen. Om slachtoffers van schade te helpen hun schadeclaims door te zetten, zal de rechtbank het bedrijf ook kunnen verplichten om 'noodzakelijk en proportioneel' bewijsmateriaal vrij te geven. Dankzij deze nieuwe regels zullen de nationale autoriteiten die instaan voor consumentenbescherming ook extra hulp kunnen bieden aan consumenten bij hun schadeclaims.”

Naast materiële schade zullen consumenten ook een vergoeding kunnen krijgen voor immateriële schade, waaronder schade aan de psychische gezondheid of de corruptie/vernietiging van gegevens. Ten slotte zorgt de nieuwe wet ervoor dat er in de toekomst altijd een in de EU gevestigd bedrijf moet zijn (fabrikant, importeur of zijn mandataris, enzovoort) dat aansprakelijk kan worden gesteld voor schade door defecte producten. Merk op dat deze regel ook zal gelden voor producten die online buiten de EU zijn gekocht. Zodra de richtlijn formeel is goedgekeurd door de Raad, zal deze in werking treden op de twintigste dag na publicatie in het Publicatieblad van de EU. De nieuwe regels zullen 24 maanden na deze inwerkingtreding van toepassing zijn op producten die op de markt worden gebracht.

Greenwashing-richtlijn

Vorige week werd in het Publicatieblad van de EU ook de eerste richtlijn (2024/825) gepubliceerd die gericht is op de bestrijding van "greenwashing" praktijken. Het doel van deze richtlijn is om de groene transitie te bevorderen door consumenten beter te beschermen tegen oneerlijke praktijken en hen beter te informeren, zoals het advocatenkantoor Thales Lawyers aangeeft in zijn nieuwsbrief die dinsdag werd gepubliceerd. De Europese wetgever pakt misleidende milieuclaims, praktijken van vroegtijdige veroudering en het gebruik van onbetrouwbare en ondoorzichtige labels en informatiemiddelen over duurzame ontwikkeling aan. Weg dus met keurmerken voor duurzame ontwikkeling die niet zijn gebaseerd op een certificeringssysteem of zijn opgezet door overheidsinstanties, onbewijsbare generieke milieubeloften, claims die stellen dat het compenseren van broeikasgasemissies het mogelijk maakt om een product te verkrijgen met een neutrale, verminderde of zelfs positieve impact op het milieu in termen van CO2-uitstoot, enzovoort. Daarnaast zal er volgens Thales Lawyers specifieke informatie van bedrijven worden gevraagd over de duurzaamheid en repareerbaarheid van een product. Dit omvat informatie over het bestaan en de duur van de commerciële duurzaamheidsgarantie die door de producent wordt verleend, het bestaan en de duur van de periode waarin de producent zich ertoe verbindt updates te leveren voor goederen die digitale elementen bevatten, en de reparatie-index van het goed. Wat dit laatste punt betreft: als een dergelijke index ontbreekt, moet andere reparatie-informatie worden verstrekt, zoals de beschikbaarheid van reserveonderdelen, een reparatiehandleiding enzovoort.

Eerste effecten

De EU-lidstaten hebben nu tot 27 maart 2026 de tijd om de richtlijn inzake Greenwashing toe te voegen aan hun nationale wetgeving, zodat deze maatregelen van toepassing zullen zijn vanaf 27 september van datzelfde jaar. "Totdat de richtlijn is omgezet in nationale wetgeving, heeft deze geen direct effect op de activiteiten van bedrijven. Het is echter belangrijk om te beseffen dat veel handelspraktijken die niet in overeenstemming zijn met de nieuwe richtlijn kunnen worden beschouwd als misleidend en dus illegaal onder de huidige wetgeving", concludeert Thales Lawyers.

Hoe dan ook, gezien de omvang van de veranderingen die in het verschiet liggen, is het onwaarschijnlijk dat bedrijven tot het laatste moment zullen wachten om aan de nieuwe regels te voldoen. Of dat lijkt alleszins het geval voor het Duitse modeplatform Zalando. Vorige maand kondigde de Europese Commissie namelijk aan dat Zalando voorbereidingen trof om een hele reeks claims van zijn site te verwijderen die misleidend werden geacht op het gebied van duurzame ontwikkeling. "Na een dialoog met de Commissie en de nationale autoriteiten voor consumentenbescherming heeft Zalando zich geëngageerd om misleidende duurzaamheidsvlaggen en -pictogrammen naast producten op zijn platform te verwijderen”, kondigde de EU toen aan. Zalando heeft ook toegezegd om te stoppen met het gebruik van de term "duurzaamheid" of andere ongerechtvaardigde termen die duiden op een milieu- en/of ethisch voordeel. In plaats daarvan zal de e-tailer duidelijke informatie verstrekken over de milieuvoordelen van zijn producten, zoals het percentage gerecyclede materialen dat is gebruikt. Deze veranderingen treden op 15 april in werking.