De Belgische ‘fintech’ start-up sign2pay verhuist haar hoofdzetel van Antwerpen naar Amsterdam. Het marktpotentieel in Nederland is momenteel aanzienlijk groter dan die in België, klinkt het.

Bijna een derde van de Europeanen hebben geen kredietkaart, wat het hen moeilijk maakt om online aankopen te doen. Daarom heeft sign2pay een systeem ontwikkeld dat de consumenten in staat stelt om via een mobiel apparaat (tablet of smartphone) aankopen af te rekenen. De koper hoeft ter verificatie alleen zijn handtekening te zetten op het scherm. Het bedrag van de bestelling gaat dan automatisch van zijn of haar bankrekening.

Het systeem is onder andere gericht op conversieverhoging voor online retailers en webwinkels. Er is immers vastgesteld dat het ‘conversieverlies’ 60% is bij de smartphones en 30% bij de tablets. Die kunnen hun betalingen vergemakkelijken en versnellen.

De app gebruikt honderden datapunten met behulp van een speciaal algoritme om een handtekening te analyseren. Deze biometrische methode is sneller en veiliger dan de traditionele methodes, zoals pincodes en wachtwoorden. Ze kan al betalingen afhandelen van meer dan 3.700 Europese banken in 18 landen.

‘Dicht bij het vuur’

Volgens ceo en medeoprichter Nicolas Mertens is de ambitie van sign2pay om marktleider te worden in digitale handtekeningen. “Opereren vanuit een stad zoals Amsterdam geeft je meer geloofwaardigheid op internationaal niveau,” zegt hij. Amsterdam, Londen en Stockholm behoren tot de ‘payment belt’ en Antwerpen niet.

Tevens luidt Mertens’ redenering: “Je moet gaan waar je klanten zitten, en dicht bij het vuur ook.” zegt hij verder. De omzet van B2C e-commerce (goederen en diensten) was vorig jaar 14 miljard euro in Nederland en 4,4 miljard euro in België.

Sign2pay is eind 2013 opgericht door de Belgen Nicolas Mertens en Tom Schouteden, en de Canadees Nick Lloyd. De Nederlander Joost Baaij kwam er bij als VP Engineering. Begin dit jaar heeft de start-up 605.000 euro opgehaald bij investeerders zoals iMinds en Nederlandse ‘business angels’.