Winkeliers mogen geen bijkomende kosten meer aanrekenen voor elektronische betalinge, maar uit vaststellingen van de economische inspectie blijkt dat het toch nog altijd gebeurt.

Sinds 9 augustus 2018 mogen winkeliers geen supplement meer vragen voor een betaling via bankkaart, overschrijving of domiciliëring, of het nu gaat om transacties in een fysieke winkel of online. Wanneer er administratieve kosten, verzendings- of BTW-kosten aangerekend worden, moet de handelaar dat duidelijk aangeven, aldus de FOD Economie op zijn website. Bijna vier jaar later blijkt dat niet alle retailers die regeling volgen. “In 2021 waren er 321 consumenten die aangaven dat ze ten onrechte kosten betaalden. Het ging soms om een vast bedrag van 30 of 50 cent, maar in de meeste gevallen ging het om een percentage van 2 à 2,5% die gefactureerd werd, in functie van de aankoop”, aldis Etienne Mignolet, woordvoerder van de FOD Economie. “Om een eind te stellen aan dergelijke praktijken heeft de economische inspectie een onderzoek gedaan naar sites waarover we klachten ontvingen via het contactpunt van de FOD Economie.”

Uit het onderzoek blijkt dat op de 58 Belgische en buitenlandse sites die gecontroleerd werden er 34 (59%) in overtreding waren. Op de 32 bedrijven die in ons land gevestigd zijn, waren er 15 die bijkomende kosten aanrekenden, waarvan 13 voor meerdere betaalmethoden en twee voor betalingen via PayPal. In totaal werden 13 waarschuwende processen-verbaal uitgeschreven. Wanneer ze zich niet in regel stellen, riskeren de retailers een boete van 250 à 100.000 euro en zelfs een gevangenisstraf. Bij de 26 buitenlandse sites die onderzocht werden waren er 19 die niet in orde waren tegenover hun Belgische klanten: 12 van hen rekenden bijkomende kosten aan voor verschillende betalingen en 7 ervan deden dat enkel voor PayPal. Intussen hebben vijf van hen zich in regel gesteld.