Jaarlijks peilt VLAM via het marktonderzoeksbureau iVOX bij 500 Vlaamse VVA’s tussen 18 en 64 jaar naar de aankoopcriteria voor verse voeding, zo ook tijdens de coronacrisis. Hieruit blijkt dat de zintuiglijke waarneming samen met de prijs de belangrijkste parameters zijn en blijven, maar dat ook lokale productie op lange termijn aan belang wint.

Consumenten kopen verse voeding in de eerste plaats op basis van hun zintuigen. Door de producten te zien, voelen, ruiken … maken ze een inschatting van de versheid en de kwaliteit van deze producten. Enkel wanneer de producten slagen in die zintuiglijke check, komen ze in aanmerking voor aankoop. Bij producten met een houdbaarheidsdatum is dit een bijkomend criterium voor de inschatting van die versheid. Zeker bij producten waarbij we minder onze zintuigen kunnen aanspreken (bijvoorbeeld verpakte producten) of producten waarbij we minder onderlegd zijn om de versheid in te kunnen schatten met onze zintuigen (bijvoorbeeld vlees), speelt die datum een belangrijke rol. Daarnaast speelt ook de prijs een belangrijke rol, maar een goedkoper product wordt uiteindelijk toch niet aangekocht als het niet voldoet qua versheid en kwaliteit. Het product moet uiteraard ook veilig zijn om te consumeren. Na bovenstaande hoofdcriteria hechten Vlamingen in zeker mate en persoonsafhankelijk ook belang aan aspecten zoals gezondheid, milieu, ethiek, economie en extra kwaliteit. Dierenwelzijn, aanwezigheid van additieven, lokale productie, eerlijke handel en traceerbaarheid zijn enkele van die criteria.