Het is een van de meest verwachte nieuwe commerciële concepten, en ook een van de meest originele: Toujust opent in maart zijn eerste verkooppunt in Alès, Frankrijk. Zijn model is dat van een discountketen die, zelfs als dat betekent dat hij zijn leveranciers om lage prijzen vraagt, hen in ruil aanbiedt om... aandeelhouder van de distributeur te worden!

Het aftellen is begonnen: op 1 maart wordt in Alès het eerste verkooppunt van een nieuwe Franse levensmiddelenwinkel geopend. Zijn naam is 'Toujust', en zijn slogan "Gewoon voor jou, gewoon voor alles." De ambitie? 70 winkels van minder dan 1.000 m2 aan de rand van middelgrote steden in heel Frankrijk, maar ook 28 winkels in Zwitserland. De belofte die waarschijnlijk klanten zal aantrekken? Die van een discounter, die 5% tot 10% goedkoper zou zijn dan zijn directe concurrenten, ondanks een veel breder assortiment dan dat van de hard discounters: 7.000 referenties, waarvan 80% levensmiddelen en 45% vers. 

Al honderd leveranciers-aandeelhouders

Door welk wonder zou de nieuwkomer zich staande kunnen houden tegen Leclerc, Lidl en anderen? Hoe kan zij zulke lage prijzen aanbieden zonder dezelfde inkoopvolumes te hebben? Is dit echt mogelijk? Fabrice Gerber, de 47-jarige Elzasser die achter dit project zit, is geen amateur of beginneling op het gebied van retail, want hij was manager bij Leclerc. En daar kwam de aanleiding voor 'Toujust' vandaan, legt hij uit in zijn interviews met de pers: "Het was in mijn vorige leven, een verkoopgesprek. Een van de deelnemers ging tekeer: "We hebben 5 miljoen gejat van de leveranciers". Dat was een openbaring. Ik voelde me daar niet meer thuis. Dat model was niet meer van mij. Dus ging ik mijn eigen model bedenken, vooral in de relatie met leveranciers.” 

Dit is het essentiële verschil met concurrerende supermarkten: het model is anders. In de eerste plaats worden tussenpersonen zoveel mogelijk vermeden, of het nu gaat om groothandelaren of aankoopcentrales. Bovendien worden deze leveranciers, aan wie lage prijzen worden gevraagd, bij het project betrokken doordat zij aandeelhouders van de distributeur worden. Toujust heeft daarom rechtstreeks contracten gesloten met een honderdtal leveranciers, voornamelijk KMO's, die tegelijkertijd minderheidsaandeelhouder van de onderneming zijn geworden. Als zodanig zijn zij verplicht in het bedrijf te investeren naarmate het netwerk groeit. In ruil daarvoor hebben zij echter een garantie van 20 jaar samenwerking en de belofte om 25% van de eventuele winst te verdelen. De aandelen van de leveranciers zijn ondergebracht in een juridische structuur die voor 99,9% door hen wordt gecontroleerd en die 25% van de onderneming bezit. Er zullen regelmatig kapitaalverhogingen plaatsvinden om nieuwe leveranciers aan te trekken. Degenen die uit het aandeelhouderschap willen stappen, kunnen dat doen; in dat geval worden hun aandelen aan andere aanbieders aangeboden. 

Het assortiment zal voornamelijk bestaan uit "no name" producten: Toujust is in dit stadium niet van plan de kosten te dragen van de ontwikkeling van een private label met haar naam. In plaats daarvan zal zij een beroep doen op B- of C-merken die reeds in de portefeuille van haar leveranciers-aandeelhouders zitten. Het aandeel van de A-merken mag niet meer dan 20% van het assortiment uitmaken. De bedoeling is om ze niet te kopen bij de grote leveranciers, die zich een beetje schamen tegenover hun detailhandelsklanten bij het idee van samenwerking in een dergelijk model, maar op de parallelmarkt. 

Na Alès op 1 maart kondigt Toujust nu al winkelopeningen aan in 9 andere middelgrote steden. En binnen 4 tot 5 jaar wil Toujust 310 winkels hebben...