Hypermarkten zijn niet meer van deze tijd, klinkt het wel eens, maar in binnen- en buitenland gaan velen op zoek naar manieren om ze terug relevant te maken. “Het is niet omdat veel winkels sloten omdat ze te groot en onaangepast worden, dat anderen geen toekomst meer hebben.”

Hypermarkten waren meer dan vijftig jaar geleden een wonder van vooruitgang en economische voorspoed. Hét uithangbord van de gouden jaren zestig, het tijdperk waarin de massaconsumptie geboren werd. En ook in de jaren ’70 en ’80 ging het hypermarkten voor de wind. Hoe groter, hoe beter. Helaas: het tij is gekeerd. Als hypermarkten vandaag de kranten halen, is het steeds vaker met slecht nieuws. Carrefour kondigde recent aan dat het naar een noodzakelijke herstructurering van zijn hypermarktmodel moet. Ook andere hypermarkten worstelen om te overleven. In België, Frankrijk, Groot-Brittannië en elders. En overal wordt ijverig gezocht naar manieren om de hypermarkt een nieuw elan te geven.

De dood van de hypermarkt wordt al twintig jaar aangekondigd. Toch bestaat de formule vandaag nog altijd en zijn er retailers die rotsvast geloven in de toekomst. In Frankrijk is het nog altijd tussen 40% en 50% van de consumenten het geliefkoosde verkoopkanaal. Het aandeel daalt weliswaar jaar na jaar gestaag, maar toch. Michel-Edouard Leclerc, grote baas van de Franse hypermarktketen E. Leclerc, schreef vorig op zijn blog: “Carrefour dat hoest, Casino dat niest, Auchan dat huilt: als we de verslaggevers in sommige media mogen geloven, beleven we het einde van de wereld. Het einde van de hypermarkten, zelfs dat van de grootdistributie. Maar het is niet omdat hypermarkten die te groot en te onaangepast bevonden werden vandaag gesloten zijn dat elk van die ketens bedreigd is.”