In April 2021 lanceerde de Vlaamse overheid een Green Deal rond de eiwitshift. Die wil dat consumenten tegen 2030 de meerderheid (60%) van hun eiwitten uit plantaardige producten halen. Maar hoe zit het één jaar na de lancering van de Green Deal?

Wereldwijd wordt 35% van het land gebruikt voor voedselproductie. Die is goed voor 25% van de totale broeikasgasemissie wereldwijd. Momenteel haalt een gemiddelde Belg 60% van zijn eiwitten uit dierlijke oorsprong (vlees, vis, eieren,...) en 40% uit plantaardige origine (brood, rijst, deegwaren,...). Tegen 2030 heeft de Vlaamse overheid de ambitie om deze verhouding om te keren. En dat is nodig want uit een studie van LARA blijkt dat door de toenemende bevolkings- en welvaartstoename de wereldwijde vraag naar dierlijke eiwitten, of meer specifiek de vleesconsumptie, de komende jaren zal blijven stijgen. Volgens de FAO zal de wereldwijde vleesconsumptie per persoon in 2050 zelfs met 40% zijn gestegen tegenover 2010. En dat is problematisch aangezien de consumptie van te veel dierlijke eiwitten een negatieve impact heeft op het klimaat en het milieu. Dierlijke producten hebben doorgaans namelijk een grotere milieuvoetafdruk dan plantaardige. Bovendien is er voor de productie van dierlijke eiwitten per kilogram gemiddeld gezien meer land en water nodig. Daarnaast komen er meer broeikasgasemissies en meer stikstofverliezen naar water en lucht vrij en is er een grotere impact op biodiversiteit. En dan hebben we het nog niet over de steeds schaarser wordende grondstoffen. Plantaardige eiwitbronnen scoren daarentegen duidelijk beter op het gebied van milieu-impact, gezondheid en voedselzekerheid. Dat bewijst onderstaande grafiek, die een overzicht geeft van de milieu-impact van de verschillende eiwitbronnen.