Het is uitkijken met foute of overdreven vergelijkingen: we bevinden ons namelijk niet in 1940 en er zijn ook geen rantsoenbonnen voor de bevolking. Toch worden de fundamenten van ons agro-alimentaire systeem door elkaar geschud alsof het wel degelijk oorlogstijd is.

Terwijl de publieke opinie zich brutaal geconfronteerd ziet met een zware koopkrachtcrisis ontbreekt het onderwerp voedingsproductie nog al te vaak in het debat. De huidige crisis, die zowel een vraag- als een aanbodcrisis is, leidt onvermijdelijk naar een existentiële crisis in de voedingssector, die in haar fundamenten geraakt wordt. De voedingssector moet tegelijk omgaan met een tekort aan grondstoffen, prijsstijgingen voor energie, heel wisselvallige oogsten en een mindere vraag gelinkt aan afgenomen koopkracht. Die variabelen overstijgen duidelijk de economische parameters waarmee de sector zich kan aanpassen en waavan de grootste historische merite ligt in een stabilisatie en homogenisering van de kwaliteit en de volume van voedingsproducten, of ze nu gewoon geoogst of bewerkt worden. Laten we niet vergeten dat slechte oogsten in het verleden samenvielen met ondervoeding, hoger sterftecijfer, zware economische crisissen en het omverwerpen van regeringen.