De Nederlandse digitale supermarkt Picnic is aan een opmerkelijke opmars bezig : sinds zijn lancering in 2015 is het actief in meer dan 80 steden in Nederland en meer dan 30 in Duitsland. Lonkt binnenkort ook België ?

Is de melkboer van weleer terug ? Wie Picnic bezig ziet, kan niet anders dan ‘ja’ antwoorden op die vraag.  Kleine wagentjes met boodschappen die rondrijden tot bij de klant : de gelijkenis is er duidelijk. Al is er wel een belangrijk verschil : het is een technologische versie van de oude melkboer. Via een app komen de koeriers van het bedrijf in kleine, elektrische wagens bij mensen. « In het begin keken de mensen zich de ogen uit toen ze onze wagentjes zagen. Ze hadden er geen benul van wie we waren. Ze dachten dat PostNL nieuwe voertuigen gebruikte », glimlacht retailondernemer en mede-oprichter van Picnic Gerard Scheij.

Picnic zette in 2015 zijn eerste stappen in de stad Amersfoort. Die première kwam er na jaren van voorbereiding en spreken met consumenten en retailers. Mede-oprichters Joris Beckers en Frederik Nieuwenhuys hadden toen al ruime ervaring met het creëren van software voor websites en merchandising. « Ze vroegen zich af hoe het komt dat er op vlak van foodretail niets van online diensten te vinden was. Er was een globale penetratie van 1%, terwijl non-food gigantisch groeide. Ik was toen zelf nog actief in Brazilië, in foodretail. Ik overlegde samen met hen.»

Julie kwamen tot de conclusie dat er kansen waren voor een online speler in foodretail.

Ja. Er waren twee obstakels voor online foodretail. Ten eerste: de klant wil niet wachten op zijn boodschappen, zoals bij nonfood wel gebeurt. Je kan boodschappen moeilijk bij de buren afgeven en het is al helemaal niet handig als je uren moet wachten. Daar hebben we een mouw aangepast : we zorgen ervoor dat de boodschappen binnen een marge van 20 minuten bij jou zijn. Net zoals bij Uber kan je op je app tot op de minuut volgen wanneer we eraan komen. Je kan nog op je gemak de hond uitlaten omdat je weet dat wanneer de koerier precies komt. Ten tweede : de klant wil niet betalen voor de levering. We stelden vast dat sites in nonfood die hard groeiden goedkoper waren. We vroegen ons daarom af : is er geen mogelijkheid om tegen gelijke prijzen en gelijke voorwaarden als andere supermarketn producten aan te bieden? Gaat dan de penetratie niet toenemen en wordt het dan voor de gewone familie niet mogelijk om gewoon online boodschappen. Daar is idee ontstaan. Daar is ook de hele supply chain op bedacht.

Hoe ziet die supply chain eruit ?

We hebben goed nagedacht over de last mile, het leverproces. Voor we begonnen, hebben we uitgebreid met een postbode gesproken. Hij vroeg : heb je al eens gekeken naar het leveringsschema van klassieke supermarkten ? Zij hebben heel veel levermomenten zijn. Bij sommige concurrenten is dat zelfs 70 tot 80 momenten per week. De post komt daarentegen één keer per dag langs. Dat is veel goedkoper. Alleen was de vraag of de klant dat ook zou accepteren.

In Amersfoort zijn we begonnen met drie leveringen per week : maandag, woensdag, vrijdag. De klant bleek al gauw bereid om het comfort van verschillende levermomenten op te geven voor een hele nauwkeurige belevering zonder kosten. Doordat wij alle leveringen in een wijk bundelen in één moment werken we drie à vier keer goedkoper dan andere modellen, waar de klant mee van profiteert. We hebben ook zelf onze elektrische autootjes ontworpen. Ze zijn extra smal, zodat we overal tussen kunnen. We hoeven niet te lang stil te staan, ook dat is een besparing. We besparen ook op een andere manier : we gaan pas brood bakken als we weten hoeveel broden er voor de volgende dag besteld zijn. In de meeste verscategorieën hebben we op die manier geen verspilling.

Jullie zijn niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland aanwezig.

We zijn vorig jaar in Duitsland begonnen en zijn daar vandaag in 30 à 35 steden aanwezig, allen in Noordrijn-Westfalen, het gebied dat aan de andere kant van de grens met Nederland ligt. We werden benaderd door mensen daar. Voor ons was het logisch : het cultuurverschil met Nederland is klein, Duitsland is een grote markt en je hebt op grote schaal geen rechtstreekse concurrenten : er zijn alleen lokale internet only spelers in grote steden als Berlijn en München. Het aardige is dat de Duitse klant ons nog meer waardeert en nog sneller naar ons overstapt dan in Nederland al het geval was.

Hebben jullie plannen om naar België te komen ?

Nee. We concentreren ons nu op Nederland en Duitsland, daar hebben we onze handen meer dan vol mee. Maar ik twijfel er niet aan dat er vroeg of laat ook een louter digitale supermarkt naar België komt. Het idee slaat zo hard aan in Nederland en Duitsland dat dat niet anders kan. In België heb je misschien één geografisch nadeel : er zijn veel kleine steden en daarnaast een paar hele grote. In Nederland heb je meer steden van de omvang van Amersfoort, steden die meer de omvang van Gent hebben. Dat gezegd zijnde : in Europa zijn er naast Ocado in het Verenigd Koninkrijk geen echte grote online supermarkten die de massa willen bedienen. Er is dus nog veel groeimarge.

Jullie zijn alleen in steden aanwezig.

Onze voornaamste klanten zijn jonge gezinnen en die wonen vooral in steden. Daar kunnen we ook op een rendabele manier onze supply chain op afstemmen.

Hoe groot kan online foodretail worden ?

Experts zeggen dat het wel tot 20 à 30% van de markt kan gaan. Wij zien dat het hard groeit en klanten heel tevreden zijn. Ik ben optimistisch dat het een hoge vlucht zal nemen. En dan moet je weten dat we doen niet aan marketing, behalve via sociale media. De rest komt van persaandacht en mond-aan-mondreclame.