Zowat een derde van alle wereldwijd geproduceerde broeikasgassen komt voort uit het produceren, verpakken, transporteren en verwerken van voedsel. Hoe kan dat beter? Inge Jonckheere, Belgische hoofdauteur van het laatste VN-klimaatrapport: “Mensen kunnen individueel zelf ook veel doen.”

Inge Jonckheere (45) is bio-ingenieur van opleiding en werkt sinds 13 jaar bij de FAO, de landbouworganisatie van de Verenigde Naties. Ze werkte als enige Belg mee aan het laatste VN-klimaatrapport, dat aangeeft dat het enorm moeilijk wordt om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te realiseren. “Maar er is ook hoop”, zegt Jonckheere. “Ik zie bij veel mensen de wil om een positieve impact te hebben en dat is belangrijk om er te raken. We staan op een kantelpunt. We moeten nu iets doen. Het belangrijke is dat zelfs klimaatsceptici dit rapport niet naast zich kunnen neerleggen. Het is gebaseerd op 18.000 wetenschappelijke studies en de finale tekst werd goedgekeurd door alle overheden. Het is een heel belangrijk document.”

Ons voedingssysteem is verantwoordelijk voor zowat een derde van de uitstoot van broeikasgassen. Wat kan er gebeuren om dat te verminderen?

Ik wil op zich de voedingssector niet viseren. Het rapport toont dat we op alle vlakken ons gedrag moeten bijsturen. We zijn gewoon bezig om op een niet-duurzame manier te leven op deze planeet. Dat geldt niet alleen voor de industrie, maar voor iedereen. De voedingsindustrie werkt ook vanuit een bepaalde vraag. Die moeten we evengoed aanpakken. Mensen kunnen individueel heel veel doen: minder met de auto rijden, minder energie verbruiken, minder vlees eten.