De omstreden Netflix-documentaire Seaspiracy heeft een golf van verontwaardigde reacties teweeggebracht. Of de documentaire waarheidsgetrouw de milieu-impact van visserij weergeeft, staat ter discussie, maar vraag is of het de markt van visvervangers een duw in de rug kan geven.

Eerst de feiten: we consumeren wereldwijd steeds meer vis. Visconsumptie maakte enkele jaren geleden 16,6% van de wereldwijde consumptie van proteïnen uit, volgens een rapport van de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties. Dat percentage neemt volgens de organisatie de komende jaren alleen maar toe. Op zich is dat goed nieuws: vis is gezond. Alleen dreigt overbevissing en is kweekvis, die een steeds groter deel van de consumptie inneemt, omwille van mogelijke aanwezigheid van chemicaliën niet zonder risico’s. Om al die redenen raden verschillende organisaties – waaronder de Hoge Gezondheidsraad – aan om maar één à twee keer per week vis te eten. De Netflix-documentaire Seaspiracy gooit daar nog een argument bovenop: de al dan niet vermeend negatieve milieu-impact van de visserij. Rond de documentaire bestaat heel wat controverse, maar mogelijk zet het consumenten wel aan tot het verbruik van meer visvervangers.