Colruyt Group heeft de gebruiks- en milieuvergunning gekregen om de mosselproductie op te starten in de Westdiepzone, 5km voor de kust van Nieuwpoort en Koksijde. De groep is nu op zoek naar partners om de Belgische mosselen te kweken, te oogsten en te verpakken, en hoopt die vanaf 2023 op de markt te brengen. 

In april 2020 vroeg Colruyt Group vergunningen aan voor het kweken van mosselen, oesters en zeewier in projectzone C in de Noordzee, beter bekend als de Westdiepzone. De kweek van deze drie inheemse soorten in volle zee zou uniek zijn in de wereld en een primeur voor de Belgische Noordzee. “Er is heel veel onderzoek en innovatie aan voorafgegaan, maar nu komt de realisatie van de allereerste zeeboerderij in de Noordzee wel heel dichtbij”, vertelt Stefan Goethaert, directeur kwaliteit en productie bij Colruyt Group. “Op een dergelijke schaal mosselen, oesters en zeewier kweken in de Noordzee is nog niet eerder gedaan. We weten ook dat dit niet evident zal zijn gezien de ruwe condities en de stroming in de Belgische Noordzee. Daarom gaan we stap voor stap te werk.(…) We zijn het ontwerp van onze installatie nu aan het finaliseren, tot aan de materiaalkeuze toe. Eens het ontwerp finaal is, kunnen we met potentiële partners rond de tafel gaan zitten. Daar willen we in de eerste helft van 2021 werk van maken, om dan in de tweede helft van dat jaar effectief te starten met de installatie van de eerste mossellijnen.” 

De groep zal in een eerste fase een kwart van de oppervlakte van zone C benutten en er een 50-tal mossellijnen installeren, die zo’n 250 ton mosselen zullen opleveren. Een eerste beperkte mosseloogst zou in het najaar van 2022 aan de orde zijn. De groep mikt op 2023 om een eerste volwaardig mosselseizoen mee te pikken en zo voor het eerst Belgische mosselen aan te bieden in al haar winkels. 

Aandacht voor het milieu en constructief overleg

Colruyt Group zal voor het ontwerp, de bouw en de exploitatie van de zeeboerderij, en voor het opzetten van de verdere verwerkingsketen (kweek, oogst, verwerking en verpakking) een beroep doen op ervaren partners. Daarbij wordt zoveel mogelijk de voorkeur gegeven aan lokale, Belgische partners. De Belgische waterbouwer DEME is alvast mede-investeerder van het project. 

De groep gelooft dat de kweek van mosselen, oesters en zeewier een positieve invloed zal hebben op de waterkwaliteit en de biodiversiteit op en rond de kweekinfrastructuur. De impact op het milieu zal de komende jaren nauwkeurig gemonitord en gerapporteerd worden aan een begeleidingscomité waarin verschillende overheidsdiensten zetelen. Onder hen vinden we de Wetenschappelijke Dienst Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) die de milieueffecten beoordeelde en advies uitbracht aan de minister. 

Daarnaast zet de groep in op constructief overleg met alle betrokkenen, zoals de lokale besturen, de havens, de visserij en de pleziervaart. “We beseffen heel goed dat sommige partijen zich vragen stellen en blijven in dialoog gaan”, besluit Stefan Goethaert.