“Belgische webshops doen het steeds beter tegenover buitenlandse concurrentie”

Belgische webshops worden steeds beter en benaderen zelfs de prestaties van de beste webshops. Dat blijkt uit de Shopping100 die BeCommerce vandaag publiceert met steun van bpost en Mollie. Daarnaast vormen Nederlandse webshops de grootste concurrentie op de Belgische markt. 

In de zesde editie van de Shopping100, dat naast een reeks marktinzichten ook een lijst met de 125 beste binnenlandse én buitenlandse spelers in het Belgische e-commercelandschap brengt, beoordeelt BeCommerce de prestaties van de webwinkels niet op basis van omzetcijfers, maar wel via de digitale voetafdruk. Die wordt gemeten aan de hand van acht objectieve, vergelijkbare en verifieerbare parameters zoals Search Engine Results Page, het aantal bezoekers, site maturity en de drie belangrijkste afzetmarkten. En wat blijkt? Belgische webwinkels doen het steeds beter ten opzichte van vorige jaren en kruipen zo dichter bij “Best-in-class-webshops” als Ikea en Netflix. Telecom-bedrijven Telenet en Proximus blijven het uitstekend doen in de lijst, en er zijn ook enkele nieuwkomers binnen de top 50: transportbedrijven bpost, De Lijn en NMBS. De kledingsector, met sterke Belgische bedrijven als Torfs en JBC, vertegenwoordigt maar liefst een vierde van de webshops op de lijst en blijft zo de grootste hap in e-commercebedrijven innemen.

“Wat opvalt binnen deze lijst is dat de meeste topbedrijven op extern kapitaal kunnen rekenen om hun webwinkel uit te bouwen, zoals Colruyt Group”, ziet Sofie Geeroms, Managing Director van BeCommerce. “Wanneer kmo’s weigeren met extern kapitaal te werken, kan dit op lange termijn de doodsteek zijn. Je kan dit vergelijken met het bouwen van een huis. Wie spaart tot hij een huis kan zetten, moet heel lang wachten, maar wie een lening aangaat, kan op kortere termijn winst maken.”

9 op 10 Belgen kiest voor Belgische webshop

Waar 26 CEO’s aan het begin van de coronacrisis nog opriepen om online te kopen op Belgische webshops om de Belgische handel te beschermen, blijkt uit de BeCommerce Shopping100 dat de meeste Belgen zich ook in 2019 al bewust waren van het belang van lokaal winkelen. 7 op de 10 uitgaven gaan naar binnenlandse webwinkels, maar 9 op 10 gaat naar een “.be”-webshop. Ongeveer de helft van de Belgen (52%) vindt het belangrijk om lokaal te winkelen en daarvoor controleert 40% zelf structureel of een webshop een ‘.be’-adres heeft alvorens te kopen. Binnen de lijst van 125 beste webwinkels in België op basis van digitale voetafdruk hebben 85 van de 125 webshops de extensie ‘.be’. Een derde van de webshops op de lijst heeft een sterk Belgisch DNA.  

 “In de Shopping100 zien we dat de meeste webwinkels van Belgische bodem voornamelijk in België, Nederland en Frankrijk bezocht worden”, verklaart Sofie Geeroms. “Een belangrijke reden hiervoor is tweetaligheid van vele Belgische webshops: een verbreding hiervan met een Engelse versie kan hen helpen een internationale markt aan te boren, wat belangrijk is voor omzetcijfers op lange termijn. De inzet van extern kapitaal is vaak cruciaal en een conditio sine qua non om voor te blijven op de concurrentie, grenzen te verleggen en drempels te verhogen.”

Nederlandse webshops: grootste concurrent

Wanneer Belgen kiezen voor een buitenlandse webshop blijven ze in de meeste gevallen ook dichtbij. Van de 1,3 miljard euro die aan buitenlandse webwinkels gespendeerd wordt, gaat maar liefst één op drie buitenlandse aankopen naar onze noorderburen. Andere landen die sterk staan in de lijst zijn buurlanden Frankrijk en Duitsland en e-commercegrootstaat de Verenigde Staten. Voornamelijk binnen de categorieën ‘Media & Entertainment’, ‘Computers & Accessoires’ en ‘Kleding’ staan de buitenlandse webwinkels sterk. * 

“Het is belangrijk dat webwinkels van Belgische bodem zich sterk profileren, zowel in binnen- én buitenland. Er bestaat geen twijfel over dat België de e-commercetrein gemist heeft, maar het raam staat nog open. Of we nog mee trekkers worden van online handel, zal volledig afhangen van beslissingen die we vandaag maken”, besluit Sofie Geeroms.