Is de macht van supermarktketens te groot? De Belgische voedingsbedrijven vinden van wel. Voedingsfederatie Fevia noemt de grote onderhandelingsmacht van supermarktketens zelfs ‘buiten proportie’. 

De verhoudingen tussen voedingsindustrie en supermarkten staan al enkele jaren op scherp. Verantwoordelijk daarvoor is vooral de hoge inflatie, die ervoor zorgt dat de winstmarges krimpen. Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, heeft het in zijn jaarverslag over een vertragende groei. Vorig jaar steeg de omzet met 2,5%. De jobcrea­tie bedroeg een vijfde van de groei die de sector enkele jaren geleden optekende. Het aantal arbeiders daalde zelfs voor het eerst in jaren. Tegelijk daalde de rendabiliteit sinds 2018 met 36%, wat leidde tot een gemiddelde rendabiliteit van 2,3% in 2023. “Vandaag bevoorraden supermarktketens zich steeds meer in het buitenland en bundelen hun krachten in Europese aankoopallianties. Hun enorme machtspositie tegenover onze voedingsbedrijven neemt daardoor verder toe. Hun strijd om de laagste prijs kent evenwel geen winnaars. Ze verhoogt de druk op zowel de voedingsindustrie als de landbouw, zonder dat dit tot een verbeterign leidt van de koopkracht van de consument.” Fevia zegt dat voedingsbedrijven in een positie “tussen hamer en aambeeld” zitten die niet langer houdbaar is. “Als essentiële schakel zitten we vandaag klem tussen de macht van de grote afnemers en de noodzaak om onze landbouwers correct te vergoeden.” Om dat te veranderen, legt de federatie een stapel vragen en eisen op tafel, waaronder competitieve energieprijzen, verlaagde loonkosten en minder administratieve lasten.