Vergis u niet: de introductie van de Eco-Score door Colruyt is groot nieuws. Iets waarover nog veel gediscussieerd zal worden. Hier zijn 7 vragen die onze redactie zich stelt.

Waar komt de Eco-Score vandaan?

De methodologie van de Eco-Score werd ontwikkeld door een collectief van acht onafhankelijke Franse spelers: ECO2 Initiative, Etiquettable, FoodChéri, Marmiton, Open Food Facts, ScanUp, Seazon en Yuka. De score werd nog maar pas gelanceerd bij onze Franse buren: in januari 2021. Het gaat om een initiatief dat volledig onafhankelijk van de producenten, de distributeurs en de overheid wordt uitgevoerd.

Hoe werd het initiatief in Frankrijk onthaald?

Het Franse agentschap voor milieu- en energiebeheer (ADEME), dat door een in 2020 goedgekeurde wet belast is met het testen van verschillende milieudisplays en dit doet met de steun van een wetenschappelijke raad en onderzoekers, is er niet per se blij mee. Ze zijn bezig met testen maar die zouden niet klaar zijn voor het najaar.  

Het initiatief wordt ook bekritiseerd door de ANIA, de Franse equivalent van FEVIA. Die betreurt dat dit initiatief buiten het werk van ADEME valt dat als doel heeft een algemeen goedgekeurd berekeningsprotocol op te stellen dat gebaseerd is op betrouwbare gegevens (zoals de oorsprong van de componenten). Zelfs Franse actoren die zich inzetten voor duurzaamheid, zoals Synabio (federatie van biologische bedrijven), knarsten hun tanden en benadrukten dat “iets wat slechts een test is, nu al wordt gebruikt als een zekere en overtuigende waarde, zonder te wachten dat er lessen uit getrokken worden. De lancering van de Eco-Score komt midden in een test van de overheid, dat juist tot doel heeft een betrouwbare methode te definiëren om de ecologische impact van producten te beoordelen.” 

Is dit een primeur in België?

Ja en nee.

Ja, want het is een primeur op zich: hoewel men zou denken dat Franse foodretailers interesse zouden tonen in de Eco-Score, is het paradoxaal genoeg een Belgische retailer die er als eerste mee aan de slag gaat om zijn volledige huismerken-gamma te evalueren. Dit is een gedurfde aanpak voor een retailer met zo'n breed assortiment, die bovendien marktleider is!

Nee, want Färm lanceerde onlangs de Färmoscope, een duurzaamheidsscore die terug te vinden is op producten die in de bioketen verkocht worden en die stoelt op 11 ecologische, economische of sociale criteria.

Hoe wordt de Eco-Score berekend? 

De score is opgebouwd uit twee componenten, enerzijds de resultaten van de levenscyclusanalyse van een product (van boer tot bord) en anderzijds de toevoeging van extra indicatoren volgens een bonus-malussysteem. De grafiek hieronder vat de gebruikte methode samen. 

Welke labels worden in aanmerking genomen om een bonus toe te kennen bij de berekening van de Eco-Score?

Het model houdt rekening met 13 verschillende labels, onderverdeeld in 3 verschillende groepen, die een hogere of lagere bonus krijgen, afhankelijk van het milieuvoordeel dat het model eraan toekent. Groep 1 (+ 20 punten) verzamelt de labels Nature & Progrès, Bio Cohérence en Demeter. Groep 2 (+15 punten) bestaat uit de Europese labels EU Bio en AB Agriculture Biologique. Groep 3 (+10 punten) bestaat uit de labels UTZ, Rainforest Alliance, Fairtrade, ASC, MSC, en de Franse certificeringen Blanc Bleu Coeur, Label Rouge en HVE (Haute Valeur Environnementale).

Wat zijn de voor- en nadelen?

Andere belanghebbenden zullen de beslissing van Colruyt meer dan waarschijnlijk overhaast vinden: ze hebben waarschijnlijk dezelfde bedenkingen als de spelers in Frankrijk. Het ontwikkelen van een duurzame score is een zeer complexe aangelegenheid. Alle retailers zijn actief bezig met het verbeteren van hun eigen duurzaamheid en sommige werken aan een score voor de CO2-uitsoot van producten, wat vaak gepaard gaat met methodologische problemen. De Eco-Score gaat verder dan CO2, aangezien het ook andere criteria omvat, wat zowel zijn sterkte als zijn zwakte is. Moeten de verschillende evaluatieniveaus over elkaar heen gelegd worden? Bestaat er geen risico dat het aantal labels sterk zal toenemen? En dreigt zo’n score niet te eindigen als een normatief oordeel? Moet een product bijvoorbeeld worden bestraft omdat het uit een ander werelddeel komt, waar het een sociaal netwerk voedt? Ironisch genoeg vinden we hier dezelfde kritiek terug als bij de Nutri-Score. Er zijn producten die op gezondheidsvlak beter zijn dan andere, maar er zijn er ook die, wanneer ze met mate worden geconsumeerd, niet mogen verdwijnen, omdat ze plezier brengen en perfect hun plaats hebben binnen een evenwichtige voeding. Elk puntensysteem loopt het risico om bepaalde zaken te reduceren.

Maar er zijn ook voordelen. Door de ecologische score van zijn volledige huismerken-gamma weer te geven, biedt Colruyt transparantie tegenover de consument, gaat het de pedagogische dialoog aan en verschaft het zich de middelen om al zijn geleverde inspanningen op een duidelijke en dynamische manier aan te tonen.

Een déjà vu?

Wat echt verontrustend is, zijn zeker de gelijkaardige namen en schalen. Na de Nutri-Score, de Eco-Score. Het eerste heeft zijn stempel gedrukt en het tweede van een kader voorzien, een logica die al goed zijn weg heeft gevonden bij de consument. Noch de gebieden, noch de methoden zijn vergelijkbaar, maar de sleutels tot het begrijpen liggen zeer dicht bij elkaar.

De Nutri-Score heeft Delhaize ook een zeer goed doordachte differentiatie en commerciële animatie opgeleverd, met overtuigende resultaten. Natuurlijk is het niet de enige keten die de Nutri-Score vermeldt, maar zijn marketing- en verkoopbeleid is de uitdaging met zoveel overtuiging aangegaan dat het zich toch het gebied 'gezondheid' heeft toegeëigend. Delhaize zit duidelijk "top of mind" bij de consument.

Van onoprechtheid zal men Colruyt niet verdenken: zijn overtuigingen en inspanningen op het vlak van duurzame ontwikkeling zijn al lang gekend, en de marktleider herinnert in zijn persbericht maar al te graag aan de vele engagementen die het op dat vlak heeft genomen. Door een tandje bij te steken op vlak van een duurzaam puntensysteem, waarvan de grondslagen hem voldoende solide lijken, wil de prijskampioen ditmaal wellicht op spectaculairdere wijze aanspraak maken op kwalitatieve meerwaarde, en zijn stempel drukken zonder nog te veel te wachten. Door het goed te doen, ontstaat de wens om dit aan zijn klanten en de markt kenbaar te maken. Als een echte leider.