Het aantal webwinkels is in Nederland sinds 2007 spectaculair gegroeid, terwijl het aantal fysieke winkels licht afgenomen is. Ook bij de omzetevolutie vindt men een zelfde tendens terug, al moet men vaststellen dat het eigenlijk de ‘multi-channelers’ zijn die het beste boeren. Dat blijkt uit cijfers van het Nederlandse Bureau voor de Statistiek (CBS).

In Nederland hebben ‘pure’ webwinkels in de eerste 11 maanden van 2015 bijna 17% meer omzet gehaald dan in dezelfde periode van 2014. Deze groei steekt sterk af bij die van de totale detailhandel in diezelfde periode: amper 1%. Opvallend is dat de omzetgroei van de zogenaamde multi-channelers, bedrijven die zowel een fysieke winkel hebben als online verkopen, nog hoger was dan bij de ‘pure players’. In de eerste 11 maanden van 2015 steeg de omzet hier met bijna een kwart.

Explosieve groei aantal webwinkels

Het CBS stelt tevens vast dat het aantal webwinkels verzesvoudigd is in de periode 2007-2015. Hun aantal ging van ruim 5.000 begin 2007 naar bijna 30.000 begin 2015. Een tegengestelde ontwikkeling deed zich voor bij de fysieke winkels. Hun aantal piekte nog rond 2010 (tot bijna 119.000), maar sindsdien is de trend is licht dalend (tot 111.365), met een klein opstoot vorig jaar tot net boven de112.000). Vooral in de non-foodsector (kleding, schoeisel, elektronica e.d.) moesten veel winkels de deuren juist sluiten. In die sector waren er in 2010 nog ruim 80.000 winkels. In 2015 waren er nog bijna 74.000 over (-8,2%).

Kwart webwinkels in kleding

Volgens het CBS is een kwart van de Nederlandse webwinkels gespecialiseerd in de verkoop van kleding en 16% in de verkoop van huis- en tuinartikelen. Verkopers van elektronica en boeken, cd’s en dvd’s maken respectievelijk ruim 6 en 2% van de webshops uit. Ruim 8% van de webshops verkoopt vooral voeding. De meeste webwinkels – 38% van het totaal - zijn gevestigd in Zuid- en Noord-Holland: elk ruim 5.500, 38. Noord-Brabant neemt met 4.500 webwinkels (15%) de derde plek in.

Lagere kosten

Het CBS stelt tevens vast dat in vergelijking met de fysieke non-foodwinkelbedrijven in de detailhandel, de webwinkels aanmerkelijk lagere personeels- en huisvestingskosten hebben. Bij non-food winkelbedrijven maken deze kostenposten in totaal bijna een kwart van de totale omzet uit; bij de webwinkels nog niet de helft (11,%). Webwinkels hebben daarentegen veel hogere verkoopkosten, zoals bijvoorbeeld reclame- en advertentiekosten. Die vertegenwoordigen 6,3% van de omzet, tegenover 3,0% bij de non-food winkelbedrijven. Of de logistieke kosten hoger, lager of gelijk zijn, wordt door het CBS niet vermeld.

 

Geen winst

Toch moet er een kanttekening gemaakt worden bij deze spectaculaire groei van het aantal onlinehandelaars in Nederland. Volgens een rapport van de Hogeschool Amsterdam heeft zo’n 80% van de online ondernemers nog nooit een ‘modaal inkomen’ verdiend met hun webwinkel. Meer nog: ongeveer de helft heeft een jaaromzet van minder dan 10.000 euro. En bijna één op de drie webwinkeliers heeft nog nooit een euro winst gemaakt.