Versheid en kwaliteit zijn doorslaggevende criteria bij de aankoop van verse producten, maar ook de prijs, voedselveiligheid, ethiek en herkomst spelen een rol. Dat blijkt uit een onderzoek van iVox in opdracht van VLAM.

Welke factoren bepalen welk versproduct de Vlaamse consument koopt? Onderzoeksbureau iVox zocht het uit, door in opdracht van VLAM 500 Vlaamse VVA’s (Verantwoordelijken Voor Aankoop) tussen 18 en 64 jaar te ondervragen over hun versaankopen. De resultaten vatten we voor u hieronder samen.

Versheid en kwaliteit staan bovenaan de boodschappenlijst bij de aankoop van verse producten. Voor de beoordeling hiervan vertrouwt de Vlaming op z’n zintuigen. Producten die de kijken-ruiken-voelen-test met glans doorstaan maken een grote kans om in de boodschappenkar te belanden. Tenminste als ook de prijs in orde is. In iets mindere mate spelen voedselveiligheid, ethiek en herkomst een rol. Het belang van de verschillende aankoopcriteria blijft al jaren min of meer gelijk. Uitzonderingen zijn de voorkeur voor lokale producten en het hoger belang van dierenwelzijn. Let wel, het onderzoek vond plaats net na de berichtgeving over de wanpraktijken in het slachthuis van Tielt. Dat heeft de score voor dierenwelzijn ongetwijfeld beïnvloed. Het belang van herkomst is een structurele stijger op lange termijn. Op 10 jaar tijd ging het belang hiervan met 11% omhoog. Meer bepaald producten van eigen bodem doen het goed.

 

De eerste test: zien, ruiken en voelen

Wanneer de Vlaming verse voeding koopt, dan controleert hij in de eerste plaats de kwaliteit en de versheid van de producten met zijn zintuigen. Hij bekijkt het product en ruikt en voelt er even aan. Voor groenten en fruit vindt de Vlaming het o.a. belangrijk dat de producten geen blutsen hebben en test hij de hardheid. Voor vlees is de kleur belangrijk en verkiest de meerderheid nog steeds vlees met weinig vet en zonder botjes en pezen. 

De keuzebepalende factor: de prijs 

De prijs is belangrijk bij de aankoopkeuze, maar het is niet hét belangrijkste aankoopcriterium. Er moet voldoende kwaliteit en vertrouwen tegenover de prijs staan eer de Vlaming naar zijn geldbuidel tast. Desondanks kunnen promoties kopers toch overstag doen gaan en andere versproducten doen kopen dan men van plan was. Voorwaarde blijft evenwel dat die producten de kijken-voelen-ruiken-test doorstaan moeten hebben.

Het keuzeversterkende criterium: ethiek en ecologie  

Na de zintuiglijke criteria en de prijs zijn het de mate van informatie en veiligheid die de aankoopbeslissing beïnvloeden. Denk aan voedselveiligheid, de voedingsinfo op de verpakking, de afwezigheid van additieven, de integrale ketenbewaking… 

Het rijtje aankoopcriteria wordt afgesloten met de meer ethische en ecologische criteria (dierenwelzijn, milieu, lokaal geproduceerd, eerlijke handel…). In vergelijking met 10 jaar geleden zijn het land van herkomst en lokale productie de belangrijkste stijgers. 

Het voorbije jaar is ook het belang van dierenwelzijn fors gestegen, van 50% in 2016 tot 61% in 2017. Zoals gezegd mag de invloed van de berichtgeving over de wanpraktijken in het slachthuis van Tielt niet onderschat worden. De impact hiervan op de mening op korte termijn is duidelijk, maar de resultaten van volgend jaar moeten uitwijzen hoe structureel de stijging is.

Bij de dalers noteren we eerlijke handel en de afwezigheid van GGO’s.

 

Lokaal geproduceerd wint aan belang

In 2007 bengelden de criteria ‘land van herkomst’ en ‘lokaal geproduceerd’ nog helemaal achteraan in het peloton. Vandaag zijn ze opgeschoven naar het midden van de lijst. Herkomst is voor de meeste consumenten geen hoofdthema maar wordt wel belangrijker. In 2007 vond 34% van de Vlaamse VVA’s het land van herkomst belangrijk. In 2017 is dit gestegen naar 45%. Een sprong van 11% voor de aankopen van verse producten. Algemeen zien we dat de consumenten die letten op het land van herkomst een sterke voorkeur hebben voor producten van eigen bodem.

Per productgroep zijn er wel verschillen. De voorkeur voor lokale, inlandse producten is het sterkst bij eieren en groenten en het minst sterk bij kaas en vis.

De consument koopt inlandse producten omdat hij hiermee de inlandse economie steunt, omdat het beter is voor het milieu, o.a. door het mindere transport (dit argument is de laatste jaren gestegen in belang), en omdat inlandse producten vaak verser en kwalitatiever zijn. Tot slot heeft de Vlaming meer vertrouwen in de controles die er gebeuren op producten van eigen bodem.

 

 

Kwaliteitslabels hebben een doelpubliek dat bereid is meerprijs te betalen

Alhoewel de aanwezigheid van een label in het algemeen minder belangrijk wordt, blijft het belang van een kwaliteitslabel op de verpakking als aankoopcriterium stabiel over de jaren heen. Iets meer dan een derde van de Vlaamse VVA’s tussen 18 en 64 jaar let bij de aankoop van een agrovoedingsproduct op de aanwezigheid van een kwaliteitslabel en is bereid hiervoor een meerprijs te betalen. De helft van de VVA’s heeft vertrouwen in een kwaliteitslabel op de verpakking, ook al weet men niet altijd waarvoor het label precies staat.

Logobekendheid ‘Lekker van bij ons’ stijgt naar 36%

Het onderzoek peilt ook naar de bekendheid van een aantal logo’s. Het ‘Kazen van bij ons’-logo scoorde hierbij het hoogst met een bekendheid van 91%. Flandria werd herkend door 75% van de respondenten en Streekproduct.be door 60%. Het overkoepelende VLAM-logo ‘Lekker van bij ons’ kende de voorbije jaren een gestage groei en kwam in 2017 uit op een logobekendheid van 36%.

 

Duurzaamheid blijft een belangrijk aandachtspunt

Het duurzaamheidsgehalte van de producten is niet het meest doorslaggevend bij de aankoop van verse voeding. Toch speelt het bij een belangrijke groep Vlamingen mee. 9% tracht consequent duurzaam te handelen. 45% handelt duurzaam als er voor henzelf ook een voordeel is. 39% is wel overtuigd van het belang van duurzaamheid, maar handelt er weinig naar. De overige 7% laat heel de heisa rond duurzaamheid volledig aan zich voorbijgaan. Deze percentages blijven al jarenlang nagenoeg status quo.

Bijna de helft van de Vlamingen is bereid om een meerprijs te betalen voor voedingsproducten die duurzaam geproduceerd zijn.

Wat brengt de toekomst?: lokaal, puur, ambachtelijk, gezond en minder verspilling

Tot slot werd in de VLAM-tracking nagegaan wat de intenties van de Vlamingen zijn. 52% verklaart nu reeds extra op te letten om minder voedsel te verspillen en 42% zal dit in de toekomst waarschijnlijk meer gaan doen. Hierdoor staat voedselverspilling met 94% op 1 bij de toekomstintenties. Andere handelingen met hoge intenties zijn: meer kiezen voor lokale producten (84%), terug meer naar pure ingrediënten en pure gerechten (82%), meer letten op de voedingswaarde (75%) en meer kiezen voor ambachtelijke producten (74%).

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in de Info-Vers rubriek in het laatste nummer van Gondola Magazine. Abonneer u hier op het papieren magazine!