Een Nederlands modemerk introduceert vanaf volgend maand statiegeld op zijn kleding. Bovenop de prijs betaal je een extra som, die je terugkrijgt als je het kledingstuk terugbrengt. 

Het Nederlandse merk New Optimist heft dit winterseizoen statiegeld op kledij. Het systeem werkt net zoals bij drankflesssen: bovenop het geld dat klanten neerleggen voor een kledingstuk betalen ze een extra stuk statiegeld, dat ze terugkrijgen wanneer ze de kledij opnieuw inleveren. Het statiegeld varieert van 2,5€ tot 10€, afhankelijk van het kledingstuk, en komt op de rekening van een onafhankelijke stichting, waar het bijgehouden wordt tot de trui, broek, rok of T-shirt terugbezorgd wordt. Na teruggave bekijkt het bedrijf of het stuk nog als tweedehandskledij kan verkocht worden. Als dat niet het geval is, kan het verwerkt worden tot nieuw garen, aldus New Optimist. Op die manier wordt vermeden dat kledingstukken gewoon weggegooid en vernietigd worden. Klanten die dat willen, kunnen de hele levensloop van de kledij – ook na teruggave – volgen via een QR-code. Zo wil het modemerk maximaal transparant zijn, in een sector die daar niet meteen voor bekend staat. Het moet ook verspilling tegengaan. In de voorbije 20 jaar verdrievoudigde de hoeveelheid afgedankte kledij in Europa van 550.000 ton naar bijna 1,7 miljoen ton textiel, bleek uit een rapport van het Europese milieu-agentschap EEA begin dit jaar. 87% van het afgedankte textiel gaat naar Azië en Afrika, waar het op stortplaatsen of in informele afvalstromen belandt. Het is de vraag of het systeem bij een breder publiek kan aanslaan en andere modemerken tot gelijkaardige initiatieven kan aanzetten. Sommigen zien in de zet van New Optimist niet meer dan een goeie marketingactie.