Sligro zag zijn omzet vorig jaar stijgen naar 2,85 miljard euro, maar ziet zich geconfronteerd met verschillende problemen. Zo brengen de 9 Belgische groothandels nog niet de verwachte omzet, zijn er leveringsproblemen in Antwerpen en ziet het klanten vaker van leverancier wisselen.

“2023 was een turbulent jaar waarin we in België en Nederland ons marktaandeel wisten te vergeten”, zegt ceo Koen Slippens bij de voorstelling van de jaarresultaten van de voedingsgroothandel. De omzet van de groep steeg met 15,2% nar 2,85 miljard euro, de autonome groei bedroeg 8%. De nettowinst bedroeg 6 miljoen euro, een pak minder dan vorig jaar (39 miljoen euro). Het bedrijf wijt die daling aan “incidentele lasten”. De groothandel kampte vorig jaar met verschillende problemen, geeft Slippens aan. “Onze klanten hadden en hebben meer dan ooit behoefte aan een goede en betrouwbare dienstverlening en we zien op dit vlak nog verdere verbeterkansen in 2024. (…) Individuele klanten soms toch nog een minder goede service en dat kan een reden zijn om dan te switchen van leverancier.” Prijs is steeds meer de doorslaggevende factor bij klanten, geeft hij aan. “Veel van onze klanten zagen na de zomer bovendien toenemende terughoudendheid van de consumenten in het out of home kanaal.” Sligro moest daardoor meer op prijs focussen.

In België komen daar nog enkele problemen bij. Zo presteren de 9 overgenomen filialen van Metro nog niet zoals verwacht. “Het was onze ambitie om tegen het einde van het eerste jaar op circa 70% van de oorspronkelijke omzet van Metro terug te zijn. Wij lopen nog wat achter op deze ambitie.” In Antwerpen waren er ook leveringsproblemen door het invoeren van een nieuw beheersysteem. “Sinds we in november 2022 live zijn met onze nieuwe ERP oplossing in Antwerpen ervaren we problemen in met name de bezorgoperatie. Dat zorgde op die locatie voor een onvoldoende performance naar onze klanten op zowel de fysieke leveringen als de administratieve afwikkeling. Gedurende het eerste halfjaar hebben we een verbeter-traject opgestart waarmee we stap voor stap problemen oplossen en de processen en systemen stabiliseren. De resultaten daarvan werden steeds meer zichtbaar, al bleef de situatie nog onvoldoende stabiel en te complex om een vervolg van de uitrol naar andere locaties in gang te zetten en we hebben daar dus ook niet voor gekozen. (…) In het licht van deze besluitvorming en op basis van de beoordeling van de kwaliteit en technische werking van het systeem zijn we tot de conclusie gekomen dat we voor een deel van de gebouwde oplossing een bijzondere waardevermindering toepassen voor buiten gebruikstelling.”