De zintuiglijke waarneming en de prijs blijven de belangrijkste parameters bij de aankoop van verse voeding, maar lokale productie wint op lange termijn aan belang, al zien we in 2021 en 2022 wel een lichte daling na het enorme enthousiasme vlak na de eerste lockdown. Dat blijkt uit de jaarlijkse peiling van VLAM via marktonderzoeksbureau iVOX bij 1.000 Belgische VVA’s (verantwoordelijken voor de aankoop binnen een gezin) tussen 18 en 64 jaar.

Belg koopt in eerste plaats op basis van zintuigen én prijs

Consumenten kopen verse voeding in de eerste plaats op basis van hun zintuigen. Door de producten te zien, voelen, ruiken … maken ze een inschatting van de versheid en de kwaliteit van de producten. Enkel als de producten slagen in die zintuigelijke check, komen ze in aanmerking voor aankoop. Bij producten met een houdbaarheidsdatum is dit een extra element voor de inschatting van die versheid. Zeker bij producten waarbij we minder onze zintuigen kunnen aanspreken (bijvoorbeeld verpakte producten) of producten waarbij we minder onderlegd zijn om de versheid in te kunnen schatten met onze zintuigen (bijvoorbeeld vlees), speelt die datum een belangrijke rol. De prijs van verse voeding is belangrijk bij de aankoop, maar niet ten koste van de kwaliteit. Bovendien geeft meer dan de helft van de Belgen aan dat ze bereid zijn om wat meer te betalen voor verse voeding waarvan ze zeker zijn dat ze een bepaalde kwaliteit hebben en/of waarvan ze weten dat ze gezonder zijn. Ook geeft de helft aan dat ze bereid zijn om een iets hogere prijs te betalen voor eerlijke handel en voor extra inspanningen op het vlak van milieu of dierenwelzijn. De prijsstijgingen wegen wel op consumenten. Zo geeft 75% aan dat de prijsstijgingen een invloed hebben op hun aankoopgedrag. Het gaat dan over het meer vergelijken van prijzen, het meer kopen van producten in promotie, het minder aankopen van duurdere en minder noodzakelijke producten, het kopen in goedkopere winkels, het meer kopen van huismerken, minder verspillen …