De nieuwe CEO van Starbucks is de oude. De 68-jarige Howard Schultz keert uit pensioen terug om de koffieketen door een hele moeilijke periode te loodsen.

In plaats van uigebreid van zijn miljardenfortuin te genieten, gaat Howard Schultz opnieuw aan de slag als CEO van Starbucks. Er is een malaise bij de koffieketen, die niet meteen een opvolger vond voor huidige topman Kevin Johnson. Zeker niet nadat begin dit jaar de operationele verantwoordelijke Roz Brewer en financiële topman Patrick Grismer opstapten. Het begrip ‘malaise’ is in deze context wel relatief: het bedrijf zag zijn omzet vorig jaar stijgen met 23%, tot 29 miljard dollar, terwijl het aandeel sinds 2018 met 42% in waarde omhoogging. De reden van de crisissfeer is te vinden bij de sterk oplopende kosten, de moeizame zoektocht naar een nieuwe topman en de beurskoers die minder sterk stijgt dan het gemiddelde van de top 500-bedrijven in de VS en die van een keten als McDonald’s.

Schultz, die voor de derde keer aan het hoofd komt van het bedrijf, moet daar verbetering in brengen, in afwachting van een nieuwe CEO die er dit najaar moet komen. Onder de vleugels van Schultz groeide Starbucks twintig tot dertig jaar geleden uit uit van een bescheiden koffiewinkel in Seattle tot een wereldwijde koffieketen met meer dan 30.000 vestigingen. Na de bekendmaking van het nieuws dat Schultz opnieuw de teugels in handen krijgt, steeg de koers meteen met 7%. Minder applaus is er bij de vakbonden, die in het verleden vaak en hevig met Schultz botsten. Volgens Schultz zijn vak­bonden helemaal niet nodig bij Starbucks­, omdat de managers er zeer nauw samenwerken met hun medewerkers, die hij als 'partners' omschrijft.