Vorig jaar is de responstijd van de homepages van retailers gevoelig langer geworden. Dat komt omdat er steeds meer foto’s, video’s en andere plug-ins gebruikt worden. Voor webshops is dat zorgwekkend, want dat kost omzet.

Dat stelt Dynatrace, een Amerikaans bedrijf dat de ‘digital performance’ van websites analyseert.  De onderneming is tot de vaststelling gekomen dat de responstijd vorig jaar met 7% gestegen is. Dynatrace onderzocht een jaar lang de die  300 retailwebsites in de VS, het VK, Duitsland, Spanje, Scandinavië, Australië en China nodig hadden om te reageren. Daarbij is vastgesteld dat de gemiddelde responstijd van die sites in die periode gestegen is van 4,2 naar 4,5 seconden.

Webwinkels in Australië scoorden het slechtst met een responstijd van 8,2 seconden en in Spanje het best, met 3,3 seconden. In het VK was de gemiddelde wachttijd 3,9 seconden, terwijl die daar een jaar eerder nog maar 2,9 seconden bedroeg.

De fout ligt niet bij de internetverbinding, maar bij de online winkels zelf. Veel webshops willen hun producten mooi en tot in de details presenteren, maar de keerzijde van de medaille is dus dat hun websites langzamer worden. Ook plug-ins van onder andere trackingsystemen en sociale media veroorzaken een langere responstijd. In 2015 vond je gemiddeld 27 icoontjes van Facebook, Twitter en dergelijke op een pagina. Dat aantal is inmiddels gestegen tot 32.

Maximum 3 seconden

De stijgende responstijd is zorgwekkend, omdat de online verbruikers verwachten dat de webpagina van een webshop op minder dan 3 seconden laadt. Als dat langer duurt, dan haken veel bezoekers af: bijna de helft van hen vertrekt wanneer een webshop te traag is.

Te trage online winkels veroorzaken dus omzetverlies. Dave Anderson, marketingverantwoordelijke bij Dynatrace voor o.a. Europa, citeert daarbij het voorbeeld van een van zijn klanten, de retailketen Nordstrom. Die heeft gemeten dat een vertraging van een halve seconde resulteerde in een 11% lagere conversie. “Als je de performantie van jouw site niet in de gaten houdt, laat je geld op de tafel liggen,” zegt hij.