De moeilijkheden waarmee aankoopalliantie AgeCore te maken krijgt, tonen hoe lastig het is om de belangen en de doelstellingen van verschillende supermarktketens met elkaar te verenigen. Zeker wanneer ze door de wetgeving in hun land van oorsprong onder druk gezet worden.

De geschiedenis van de allianties van de grote Europese supermarktketens is altijd heel bewogen geweest. Door samen hun aankopen te doen, willen de supermarkten meer gewicht in de schaal kunnen werpen bij de onderhandelingen met hun belangrijkste internationale leveranciers: Nestlé, Mars, Coca-Cola, Mondelez, Unilever, Pepsico, SCA, AB INBev en anderen. Het is niet altijd makkelijk om verschillende visies en bedrijfsfilosofieën met elkaar te rijmen. In het verleden was het vaak één specifieke speler, Leclerc, die de rol van onruststoker speelde en ervoor zorgde dat grote aankoopallianties opgeblazen werden. De machtige Franse supermarktgroep stond aan de basis van de eerste gedaante van Coopernic, een alliantie die ontstond op de fundamenten die gelegd werden door (opnieuw) Gianluigie Ferrari en die Leclerc, Rewe, Colruyt, Coop Suisse en het Italiaanse Conad verenigde. Een alliantie die uit elkaar viel in 2013, wanneer alle bondgenoten van Leclerc de supermarktgroep alleen aan boord lieten. Er werd toen gesproken over verschillen in visie, maar het is een stuk waarschijnlijker dat Leclerc vaak cavalier seul speelde, door in Frankrijk aan de grote leveranciers voordelige voorwaarden vroeg die enkel Leclerc ten goede kwamen, waardoor het zich onttrok aan de gemeenschappelijke voorwaarden die Coopernic bij de leveranciers afdwong. Het deed Alain Caparros, de Franse baas van de Duitse supermarkt Rewe, in woede ontsteken. Woede die gericht was aan Michel-Edouard Leclerc.