In navolging van Frankrijk en Nederland ziet de Belgische markt regelmatig nieuwe bakkerijketens verschijnen. Kennen die met zekerheid succes, of ligt dat iets ingewikkelder? Laten we de bijzonderheden, het aanbod en de ontwikkelingsplannen van de in België gevestigde ketens eens nader bekijken.

In 1990 opende bakker Alain Coumont een kleine bakkerij, onder de sobere naam ‘Le Pain Quotidien’, op honderd meter van de Beurs in Brussel. Le Pain Quotidien is ondertussen gevestigd in een vijftiental landen, telt 270 verkooppunten en is vooral het uithangbord van een model dat destijds bijna niet bestond: de bakkerijketen. In België is ondertussen (2008) de keten Paul van start gegaan, evenals Panos (La Lorraine) en zijn 250 winkels, of recent nog de bakkerijketen Louise met 18 winkels in Wallonië. Natuurlijk zijn er mislukkingen geweest. En in tegenstelling tot in Frankrijk of Nederland, zeggen sommige deskundigen nog steeds dat het concept van de bakkerijketen zich in België nog niet volledig heeft bewezen. “In Nederland werden bijvoorbeeld enkele jaren geleden bepaalde bakkerijketens ontwikkeld, maar we zien op dit ogenblik dat die trend in Vlaanderen minder sterk is”, zegt Kathou Wagemans, secretaris-generaal van de Federatie van Grote Bakkerijen van België (FGBB). “Laat ons het voorbeeld nemen van Bakker Bart, een Nederlandse keten die ook in Vlaanderen aanwezig is, maar vooralsnog nog niet erg ontwikkeld is.”