Hoewel Unilever nog in 2018 aankondigde dat het al haar activiteiten van zijn hoofdkantoor wou onderbrengen in Rotterdam, verhuist die nu naar Londen. En dat op een moment waarop er nog geen zekerheid is over de fameuze post-Brexitdeal die tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk gesloten zal worden. 

“Dit is geen draai van 180 graden”, zegt Nils Andersen, sinds eind 2019 voorzitter van Unilever. “We doen gewoon hetzelfde, namelijk de eenwording verder realiseren en een simpeler en strategisch flexibeler bedrijf verkrijgen.”

De keuze van de locatie zou dus zogenaamd onschuldig zijn, al heeft dit duidelijk aanleiding gegeven tot intense lobbying en een opstand bij de aandeelhouders. In 2018 had Unilever, toen nog onder leiding van CEO Paul Polman en voorzitter Marijn Dekkers, twee Nederlanders, hard gevochten om alle bestuurs- en besluitvormingsorganen van de groep samen te brengen in Rotterdam, terwijl de groep tot dan toe nog een tweekoppige entiteit was, die zowel in Nederland als in Groot-Brittannië was gevestigd. Een keuze waarmee de topman van de groep duidelijk maakte dat hij niet gelinkt was aan de Brexit en dat hij noch geleid werd door fiscale overwegingen. Al was hij niet van plan om Londen volledig te verlaten. In plaats daarvan wou hij een vereenvoudigde juridische structuur opbouwen in Nederland, die goed is voor 55% van de aandelen.

Maar eind 2018 moest Paul Polman opstappen, nadat zijn centraliseringsplan leidde tot een opstand onder de Britse aandeelhouders. Die vreesden dat een overdracht naar Rotterdam zou leiden tot het schrappen van Unilevers aandeel uit de FTSE 100, de beursindex van 100 Britse bedrijven die aan de Londense beurs genoteerd staan. Dat zou investeringsfondsen die de FTSE 100 volgden, en degenen die alleen Britse effecten kopen, gedwongen hebben om hun aandelen te verkopen. Minstens 10 aandeelhouders, die goed zijn voor 12% van de aandelen van de groep, hebben tegen deze beslissing geprotesteerd.

De groep, die nu wordt geleid door de Schotse CEO Alan Jope, heeft 2.500 werknemers in Nederland en 6.000 in het Verenigd Koninkrijk. Hij benadrukt dat de verhuis van de hoofdzetel geen invloed zal hebben op de dagelijkse werkzaamheden, noch op de omvang en de verantwoordelijkheden van de teams in de twee betrokken landen.

Aan de kant van de overheid zijn er echter gemengde reacties. Nederland betreurt het besluit, maar benadrukt dat het geen gevolgen zal hebben voor de lokale activiteiten. De Britse regering juicht de beslissing daarentegen toe. Naast de Unilever-zaak is het niettemin een Angelsaksisch front dat zich inzet voor het behoud van de belangen en de positie van de Stad.