Elk jaar publiceert onderzoeksbureau Nielsen een rapport dat de Belgische foodretailmarkt in kaart brengt en de belangrijkste evoluties weergeeft. Daaruit blijkt dat de groei van de hard discounters vorig jaar is stilgevallen, en dat het vooral de middelgrote supermarkten zijn die aan belang winnen.

Het zogenaamde ’Nielsen Grocery Universe’-rapport geeft, zoals de naam verraadt, een overzicht van het “boodschappenuniversum”, zeg maar de Belgische foodretailmarkt. Het leest als een inventaris van het aantal voedingswinkels in ons land, van de verschillende types winkels en van de omzet van de markt. Het laatste rapport slaat op 2016, waarvan wij hieronder de belangrijkste conclusies voor u samenvatten.

 

Volumes dalen

De totale omzet van de boodschappenmarkt steeg in 2016 met 0,6% tot 25,8 miljard euro. De groei viel echter lager uit dan de inflatie, die 2% bedroeg. Bij vergelijkbare prijzen zou de omzet met 1,4% achteruitgaan. Dat de FMCG-opbrengsten met 1% stegen had dan ook vooral te maken met prijsstijgingen (+2,6%). De verkochte volumes daalden volgens Nielsen namelijk met 1,7%.

Bovendien besteden Belgische gezinnen verhoudingsgewijs minder geld aan hun boodschappen. Hoewel de thuisconsumptie met 2,5% steeg, ging het aandeel van de fooduitgaven in het consumentenbudget achteruit met 0,3%. Boodschappen nemen dus een steeds kleinere hap uit het budget van de consument: hun aandeel daarin bedraagt nu 11,9% tegenover 12,2% vorig jaar.

Meer winkels

De Belgische foodretailmarkt bestond volgens Nielsen in 2016 uit 7.163 winkels. Dat zijn er twee meer dan in 2015, waarmee de jarenlange daling van het aantal winkelpunten voorlopig gestopt lijkt. Tussen 2006 en 2016 daalde dat immers met gemiddeld 98 winkels per jaar. Tussen 1996 en 2016 sloten jaarlijks zelfs 277 verkooppunten.

 

F2 wint

Als het over de verschillende winkeltypes gaat, maakt Nielsen een onderscheid tussen grote supermarkten en hypermarkten (F1), middelgrote supermarkten (F2) en kleine superettes (F3). Die laatste categorie is al jaren aan het slinken, met het verdwijnen van de traditionele kruidenierszaak. 

In 2016 bleef het marktaandeel van F3 echter stabiel op 4,7%, ook het aantal winkels bleef hangen op 4.477. De F1-winkels verliezen lichtjes terrein (0,4%) doordat er acht winkels sloten, waarmee hun aantal op 597 eindigde. 

De winnaars zijn vooral de middelgrote F2-winkels, waarvan een grote meerderheid wordt uitgebaat door zelfstandige franchisenemers. Hun marktaandeel groeit met bijna een procent (+0,8%) tot 30,4% van de markt. Dit mede dankzij de opening van acht nieuwe winkels in 2016 (1.352 in totaal) en de ruimere openingsuren die de zelfstandige supermarkten tegenwoordig hanteren.

 

Aldi en Lidl blijven hangen

De groei van F2 lijkt ten koste te gaan van de hard discounters in ons land, zeg maar Aldi en Lidl. Hun marktaandeel daalt met 0,3% tot 15,4% volgens Nielsen. Dit ondanks dat er in 2016 toch twee nieuwe winkels bijkwamen (totaal: 737).

3.800.000 m²

Al deze verschillende winkeltypes samen waren in 2016 goed voor een totale winkeloppervlakte van 3,8 miljoen vierkante meter. Uiteraard staat F1 in voor het grootste deel van die oppervlakte (33,2%), maar de grootste winkels halen ook het meeste omzet uit hun vierkante meters: 10.082 euro per m² om precies te zijn. Opvallend is dat de F2-winkels en de discounters ongeveer even omzet per vierkante meter realiseren: bij F2 is dat 6.563 €/m², bij Aldi en Lidl 6.539 €/m².

 

Huismerken boven

Ondertussen blijft het aandeel van huismerken op de markt wel toenemen. De ‘private labels’ hebben hun waarde-aandeel sinds 1985 zien verdriedubbelen. Vooral in de laatste vijf jaar zijn deze eigen merken weer sterk aan het groeien. In 2016 werd 36% van de omzet in FMCG door zulke huismerken gerealiseerd. Vooral in vers, diepvries en bakkerijproducten staan de private labels sterk. In categorieën zoals snoep, house keeping en alcoholische dranken is hun aandeel dan weer veel kleiner.

 

 

Het volledige rapport kan u hier downloaden