De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar Coca-Cola en Procter & Gamble. De twee multinationals zouden de grensoverschrijdende handel binnen de EU belemmerd hebben. Daar zouden retailers het slachtoffer van geweest zijn.

Hebben Coca-Cola en Procter & Gamble ervoor gezorgd dat retailers hun producten niet konden kopen op de plek die voor hen het gunstigst is? Dat is de vraag waarop een onderzoek van de Europese Commissie een antwoord moet vinden. Volgens het Duitse vak blad Lebensmittelzeitung ontvingen beide bedrijven in maart al bezoek van Europese vertegenwoordigers. In veel gevallen kunnen retailers niet bij eender welk verkoopkantoor van een fabrikant bestellen, maar worden ze terugverwezen naar het kantoor in het land van die retailer zelf. Dat kan betekenen dat ze meer moeten betalen, omdat de prijzen verschillen van land per land. Dat soort handelsbeperkingen zijn al langer een doorn in het oog van supermarkten. Europa wil dat soort beperkingen binnen de EU weg en pleit voor een vrije handel, zonder belemmeringen die retailers verplichten in eigen land te kopen. Brussel legde in het verleden hoge boetes op aan fabrikanten die zich schuldig maakten aan het verdelen van de Europese markt. Zo legde het Mondelez vorig jaar een boete van 337,5 miljoen euro op.