De Antwerpse Stadsfeestzaal heeft een nieuwe eigenaar. Voormalige plastisch chirurg Jules Hayen (85) kreeg met zijn vastgoedbedrijf Ablon het winkelpaleis aan de Meir in handen.

U hoorde nog nooit van Jules Hayen? Niet vreemd. De 85-jarige steenrijke chirurg behoort tot het ras ondernemers dat wegblijft van persaandacht en op anomiteit gesteld is. Nu komt hij wel in het spotlicht, omdat hij via zijn vastgoedbedrijf Ablon eigenaar geworden is van de Antwerpse Stadsfeestzaal, een winkelpaleis dat onderdak geeft aan onder meer Action, Delhaize, Délifrance, Amazing Oriental, Kruidvat, Urban Outfitters, Wibra, Flying Tiger Copenhagen  en vele anderen. Ablon, gespecialiseerd in de aankoop van winkelvastgoed op toplocaties en bestuurd door Hayens dochter Isabelle, kondigde het nieuws aan op zijn LinkedIn-pagina. Volgens verschillende media is met de overname een prijs van zo’n 50 miljoen euro gemoeid. Hayen mag dan al een onbekende zijn voor de buitenwereld, zijn vermogen is aanzienlijk. Volgens de gespecialiseerde website rijkstebelgen.be bedraagt het vermogen van zijn familie zo'n 135 miljoen euro. Hij bezit een indrukwekkend vastgoedimperium in het hart van Antwerpen en heeft ook panden in Londen. Het is niet helemaal duidelijk waar Hayen de middelen vandaan haalde om dat imperium uit te bouwen. Hij begon als plastisch chirurg en trouwde met Daniëlle Freys, van de gelijknamige bemiddelde jeneversfamilie, maar dat alleen verklaart niet alles. Hayen bleek ook een goed oog te hebben voor locaties en is een harde onderhandelaar. De aankoop van de Stadsfeestzaal is niet zonder risico. Het is een indrukwekkend pand, waar talloze bezoekers met grote ogen naar kijken, maar de winkels zijn niet altijd evengoed zichtbaar voor bezoekers. Het gebouw was bij opening in 1908 bedoeld als een feest- en tentoonstellingszaal. Ablon roept nu Antwerpenaren op om samen na te denken over wat deze plek kan worden, zo staat te lezen in het persbericht. De aankoop ervan is “een belofte om deze historische locatie nog meer tot haar recht te laten komen, als shoppingcenter, ontmoetingsplaats en mogelijk nog meer.”