+ Plus Interview Marie-Astrid Dossche (Food For Freedom): “Plantaardige voeding is voor mij de toekomst”

De markt van de vleesvervangers is vandaag het speelterrein van grote internationale bedrijven zoals Nestlé, Unilever en Beyond Meat. Maar ook in ons land zijn er kleine spelers die al lang op de markt actief zijn, zoals Food For Freedom, een Vlaams bedrijf dat biologische vleesvervangers produceert. Een gesprek met CEO Marie-Astrid Dossche.

Niets blijft duren, ook niet in de voedingsindustrie. Jarenlang leek er geen rem te staan op de groei van vegetarische en vegan producten in supermarkten, maar in 2023 kwam daar verandering in. Verschillende supermarkten zagen de verkoop dalen, een groot bedrijf als Beyond Meat zag de omzet midden het jaar zelfs met 30% zakken. Het kwam als een verrassing, in een markt waarvan zowat iedereen alleen maar groei verwachtte. Ook uit een rapport van de Vlaamse overheid bleek vorig jaar dat de transitie naar een plantaardig dieet niet zo snel gaat als verhoopt: de doelstelling om 60% van onze voeding uit plantaardige eiwitten te halen tegen 2030 lijkt te hoog gegrepen. Een domper voor iedereen die werkt aan een meer plantaardige toekomst. We vragen het ook aan Marie-Astrid Dossche, CEO van Food For Freedom, een Vlaams bedrijf dat biologische vleesvervangers maakt en met zijn grootste merk De Hobbit terug te vinden is in onder meer Ekoplaza en Bio-Planet, en daarnaast nog de merken Abinda, The Bio Veggie Company, Bertyn, Bumi en Pa’lais heeft. “We zitten een beetje in een andere markt. Wij verkopen aan biologische winkels, maar ook aan de horeca in België en Nederland, en een klein stukje in Frankrijk, Duitsland en Luxemburg. Elk merk heeft een ander productgamma, maar is telkens 100% biologisch. We zijn niet bezig met vleesnabootsende producten, zoals bijvoorbeeld Beyond Burger. We maken vleesvervangers gebaseerd op tofu, seitan en tempé. Ons bedrijf groeit meer organisch. Ik kan er niet meteen een cijfer op plakken, maar ik schat enkele procenten per jaar. Je ziet nog steeds dat consumptiegewoonten richting plantaardig opschuiven.”