Lokaal kopen staat hoog op de agenda bij consumenten. De markt boomt en supermarkten proberen zo goed mogelijk op de groeiende vraag in te spelen. Hoe doen ze dat? En moedigen ze consumenten ook aan om lokaal te kopen? Gondola deed een rondvraag.

Uit onderzoek van VLAM blijkt dat consumenten jaar na jaar de factor ‘lokaal’ belangrijker vinden wanneer ze verse producten kopen in de supermarkt. De reden: lokaal betekent verser, duurzamer en vaak ook kwaliteitsvoller. De huidige crisis heeft die trend versterkt. Naar aanleiding van het meest recente onderzoek van VLAM schreef Gondola: “52% van de Vlaamse gezinnen hecht belang aan het land van herkomst bij hun aankoop van verse voeding. Dit percentage steeg fors in 2020. Het land van herkomst weegt bij de meeste producten sterker door bij 55- tot 64-jarigen en bij niet-beroepsactieven, en minder bij de experimenteerders. Bij vlees en vleeswaren weegt het ook sterker door bij lager dan bij hoger opgeleiden. Het belang van het land van herkomst is het grootst bij groenten, fruit en aardappelen en het laagst bij melk en vleeswaren.”

Duidelijk, maar hoe spelen supermarkten in op die tendens? En wie heeft het grootste assortiment in lokale producten? We legden de vragen voor aan de belangrijkste supermarkten in ons land, maar moeten daarbij een heel belangrijke opmerking maken. Gondola Academy hanteert een heel strikte definitie van lokaal: het gaat om Belgische producten die in België gemaakt worden, waarbij de winst in België gemaakt wordt en er ook hier belastingen betaald worden. Een heleboel multinationals die een lokale productie-eenheid hebben, vallen hierdoor uit de boot. Voorbeelden van bedrijven die lokale producten maken zijn Rombouts, Soubry, Fairebel, Ijsboerke of Spadel. Op basis van dat criterium is het assortiment voor supermarkten beperkt. Een precieze schatting is onmogelijk te geven, omdat supermarkten daar geen gegevens over vrijgeven.