Net als bij groenten en vis is de vraag naar melk flink gedaald als gevolg van de coronacrisis, of dat nu in België of in Europa is. Het is waar dat supermarkten nog steeds melk aanbieden, al is een andere deel van de vraag gestopt.

We denken aan bepaalde sectoren in de industrie, de horeca en scholen. Europese producenten worden vandaag de dag geconfonteerd met een ongekende crisis: ze moeten nog steeds volumes aanbieden, hun prijzen verlagen als gevolg van de concurrentie en hebben af te rekenen met verliezen. Een soort vicieuze cirkel die zou kunnen ontstaan door een crisismechanisme: de algemene daling van het aanbod in Europa. Het is met andere woorden de bedoeling om producenten te dwingen om hun aanbod te beperken om zo een prijsdaling te vermijden.

“De gevolgen zijn al verschrikkelijk voor melkveehouders”

“De daling in de vraag moet tijdelijk worden gevolgd door een vermindering van het aanbod om het gevaarlijke gebrek aan evenwicht op de markt te verhelpen”, vertelt Erwin Schöpges, voorzitter van de European Milk Board. “Daarom vragen melkproducten de Europese commissaris voor landbouw M. Janusz Wojciechowski om een programma op te starten voor de vrijwillige vermindering van de productie.” De melkprijzen en andere marktindicatoren bevinden zich volgens Erwin Schöpges immers in vrije val en het einde is nog niet in zicht. De gevolgen zijn nu al verschrikkelijk voor de melkveehouders. “Prijzen die in vrije val zijn, gemorste melk – als we deze trend niet tegengaan met een vrijwillige en gecoördineerde vermindering van de productie, zal het een zware crash zijn in heel Europa”, verduidelijkt Sieta van Keimpema, vicevoorzitter van de EMB, die benadrukt dat er dringend moet worden ingegrepen.

“Er moet een limiet komen op de melkproductie”

De melkproducenten zijn van plan hun verantwoordelijkheid te nemen voor hun sector en de melkproductie op gecoördineerde wijze via de EU te verminderen. Hiervoor moet de Europese Commissie voor enkele maanden een programma in gang zetten voor de vermindering van de productie. Producenten die hun productie verminderen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar zouden een bonus krijgen per kilogram niet geproduceerde melk. Op die manier kunnen zij de vermindering van de productie financieel ondersteunen. Tijdens de tijdelijke verminderingsfase zouden andere producenten hun productie niet mogen verhogen. Er is dus nood aan een productielimiet. Anders zou dit in strijd zijn met de verminderingen die hun collega's hebben doorgevoerd. Deze maatregel zou de enorme druk die momenteel op de melkproducenten, maar ook op de verwerkende industrie wordt uitgeoefend, aanzienlijk verminderen.