Aldi Nord heeft besloten zijn inkoopstructuur te reorganiseren. In de toekomst zal tot 80% van het assortiment uit internationale producten bestaan. Woordvoerder Jason Sevestre van Aldi België verzekert ons echter dat "alleen wanneer de behoeften van de klant van land tot land identiek zijn, een product internationaal zal worden ingekocht".

Aldi Nord heeft besloten om zijn internationale inkoopstructuur te reorganiseren in een poging om kosten te besparen, de organisatie te vereenvoudigen en nauwere banden te smeden met Aldi Süd. In de toekomst zal tot 80% van het assortiment internationaal zijn, vergeleken met 50-70% nu, afhankelijk van de categorie, meldde het Duitse tijdschrift Lebensmittel Zeitung vorige week. De aanwezigheid van lokale producten, specifiek voor elke markt, zal dus binnenkort automatisch minder worden. In september kondigde de keten al aan dat het van plan was om het aantal huismerken terug te brengen van de huidige 160 naar 55 over een paar jaar. "We willen meer eenvoud en efficiëntie", zei Aldi toen.

Een "intensievere" internationale aanpak

"Met dit nieuwe inkoopbeleid bundelen we onze krachten op internationaal niveau voor bepaalde producten", legt Jason Sevestre, woordvoerder van Aldi België, uit. "Dit betekent dat we voor deze producten de bestelvolumes van de verschillende landen waar Aldi Nord aanwezig is bij elkaar optellen, zodat we een scherpere, maar eerlijke prijs kunnen onderhandelen met onze leverancier. Dit was al het geval voor sommige producten, maar deze aanpak zal nu worden geïntensiveerd.” Volgens de woordvoerder zal het nieuwe beleid niet nadelig zijn voor de klanten van Aldi. "Een belangrijk principe dat ten grondslag ligt aan deze aanpak is dat van 'customer centricity', de klant staat met andere woorden centraal. Welke producten wel of niet passen in ons nieuwe beleid, zal grotendeels door de klant zelf bepaald worden. Het aanbod van Aldi België zal niet veranderen en blijft gericht op de behoeften van de Belgische klant”, verzekert hij. "Nieuwe producten of producten die uit de verkoop worden gehaald zullen niet het directe gevolg zijn van het nieuwe aankoopbeleid, maar een gevolg van veranderingen in het consumentengedrag. Dit is iets wat we doen en zullen blijven doen.”

"Belgische consumenten hechten veel belang aan lokale producten"

Volgens Sevestre lenen meer functionele artikelen, zoals wasproducten, zich heel goed voor de nieuwe strategie. "Klanten verwachten dat deze producten hun kleren schoon houden. Dit is niet alleen de verwachting van een Belgische consument, maar ook van een Franse of Duitse. Als dit het geval is, wordt aan hun behoeften voldaan. Dit is waar we onze krachten internationaal kunnen bundelen. En als we merken dat de Belgische klant veel belang hecht aan een bepaalde parfum, dan gaan we op zoek naar een extra referentie op nationaal niveau." De situatie ligt wel anders bij het aankopen van verse producten, vervolgt de woordvoerder. “Belgische consumenten hechten veel belang aan lokale producten: Belgische melk, Belgisch vlees, enzovoort. Denk ook aan onze wijnrayon, waar het overgrote deel van de referenties nog steeds bepaald zal worden door onze Belgische kopers. Ten slotte zal een product als onze Casa Morando-lasagne, waarvan het recept een groot succes is in België, niet vervangen worden door een internationaal product. Integendeel, als ons Belgisch recept ook in andere landen populair is, kan het daar misschien worden toegevoegd aan het assortiment. Internationaal samenwerken biedt ook kansen, want we leren van elkaar. Uiteindelijk zal een product alleen internationaal worden aangekocht als de behoeften van de klant in elk land identiek zijn.” Jason Sevestre sluit af door te zeggen dat het enige dat in de ogen van de consument zal veranderen de verpakking is. "Producten die internationaal worden aangekocht, zullen in elk land op dezelfde manier worden verpakt. Het is een oefening die niet van de ene op de andere dag kan worden uitgevoerd en waarvoor we ook op international niveau onderzoeken welke efficiëntieverbeteringen we eruit kunnen halen om onze kosten te verlagen en zo onze belofte van lage prijzen na te komen.”

Strijd om de laagste prijzen

In het huidige klimaat, dat nog steeds wordt gekenmerkt door maandenlange inflatie en een steeds heviger wordende concurrentie tussen retailers, komt het nieuwe initiatief van Aldi om de kosten te verlagen niet als een verrassing. In een onderzoek van Test-Aankoop, dat gepubliceerd werd in oktober, kwam Aldi nog naar voren als een van de goedkoopste supermarkten in België, weliswaar nek aan nek met zijn Duitse vijand Lidl. Aan de andere kant van de Rijn is de strijd tussen de twee spelers, waar ook andere ketens zich mee moeien, ongetwijfeld nog intenser. In deze verwoede strijd om de laagste prijzen in vergelijking met de concurrentie telt elke cent ... En het gevaar kan overal vandaan komen, zoals we vorig jaar in Nederland hebben gezien. In maart werd de keten uitgeroepen tot de duurste supermarkt van het land, in een onderzoek van het Nederlandse televisieprogramma Kassa (BNN). Hoewel het nu wat rustiger is, met Aldi terug in de onderste helft van een vergelijkbare ranglijst op basis van een recent onderzoek van de Consumentenbond, is de waarschuwing ongetwijfeld niet onopgemerkt gebleven in Essen ...