Hij leeft aan honderd per uur, zowel als ceo en als racepiloot. Deze week maakt Jumbo, de supermarktketen van Frits van Eerd, zijn intrede op de Belgische markt. Wie is de man die de Belgische retail wil opschudden?

Het zal feest zijn woensdag, wanneer Jumbo Pelt opent. Misschien zingt de grote baas voor de gelegenheid zelf een liedje. Dat doet hij graag. Hij heeft zelfs al iets in gedachten, verklapte hij aan het Nederlandse magazine De Ondernemer. Maar hij twijfelt nog. “Ik ben bang dat veel mensen hier in het bedrijf zich dan zorgen gaan maken. Die Frits van Eerd, is dat nou de topman van Jumbo of een artiest?” Het woord flamboyant valt wel meer als je een ondernemer moet beschrijven die wat uit de band springt. Dat geldt zeker ook voor Frits van Eerd. Hij was ooit prins Carnaval in zijn geboortedorp Veghel, had een hit met de Gebroeders Ko die in Nederlandse top 40 opdook, is een racepiloot, maar vooral: hij bouwde Jumbo van een stoffige groothandel om tot de op een na grootste winkelketen in Nederland. Een huzarenstuk dat hem in Nederland heel wat aanzien opleverde. Van Eerd mag dan al vaak een brok energie en vrolijkheid zijn – de opening van een winkel gaat steevast gepaard met confetti, muziek en gele ballonnen – hij is vooral een clevere CEO die heel goed weet waar hij mee bezig is. En weet dat hij het ook in België voor mekaar kan krijgen.

Frits van Eerd is de durfal die Jumbo in Nederland uitbouwde tot een succes met een lage prijsgarantie als breekijzer. Hij weet heel goed hoe hij een supermarkt moet laten groeien en op welke punten hij moet inspelen bij de consument. Nederlanders verkiezen Jumbo boven andere winkels, zo bleek na de overname van de vijftien winkels van Super de Boer. Nadat de winkels werden omgebouwd tot Jumbo’s bleek de omzet met 45 procent gestegen te zijn. Jumbo biedt, in de woorden van Van Eerd, de prijzen van Aldi met de service van Albert Heijn. Een succesformule. Voor de overname van Super de Boer was er al die van 12 Konmar-winkels, er volgen nog andere overnames: C1000, Emté dit jaar.

“De derde generatie is er om de tent af te breken, maar het tegendeel is waar bij mij”, zei hij in het Nederlandse magazine Quote. Hij had als 21-jarige een eigen zaak, maar hij botste op de beperkingen van een kleine zelfstandige: hij kon niet uigroeien tot iets groots. “Kleinschalige ondernemingen worden bijna nooit groot; dat blijft vaak heel persoonlijk.” Daarom zei hij tegen zijn vader dat hij in het familiebedrijf wou stappen. “Als je in de food zit en je hebt een supermarkt, staan klanten in de rij om te betalen. Maar als je als zaakvoerder over een industrieterrein rijdt, waar staat dan iemand in de rij om te betalen? Nergens. En in de supermarkt komen klanten ook nog elke week terug.”

Aan het Nederlandse magazine Quote vertelt hij dat hij al snel doorhad dat hij een andere kant uitwilde met de groothandelzaak van zijn ouders. “Na 75 jaar focus op de groothandel wilde ik in 1996 beginnen met de ontwikkeling van een eigen winkel. De sage was dat de groothandel geld verdient en eigen supermarkten geld kosten. Ik vond dat onverteerbaar: waarom zou je een schakel tussen een fabrikant en een winkelketen willen zijn? Dat is een bizarre positie, want de winkelketen vindt per definitie dat die te veel moet betalen en de fabrikant komt om te vertellen dat hij een centje meer wil hebben. Mijn vader heeft mij, eerlijk is eerlijk, geen strobreed in de weg gelegd om het te proberen. Proefondervindelijk hebben we dat bedrijf gebouwd.”

De lageprijsgarantie waarmee Jumbo Nederland veroverde, komt er niet in België: de keten wil naar eigen zeggen niet de concurrentie aangaan met Colruyt. Je moet je plaats kennen. Is dat on-Hollandse bescheidenheid of gewoon een manier om zand in de ogen te strooien? Het zal de komende maanden moeten blijken. Het is sowieso uitkijken naar de keuzes van de keten. In de pers wordt Jumbo vaak afgeschilderd als de grote uitdager van Colruyt, maar de vraag is of dat wel klopt. Colruyt is een sterk merk in België: het heeft een duidelijke identiteit en is sterk verankerd in de Vlaamse markt. Het zou slimmer zijn van Jumbo om in de eerste plaats te mikken op het marktaandeel van andere supermarkten, die een minder sterke identiteit hebben. Net daarom wellicht zei Peter Isaac, CEO van Jumbo België, in een interview met Gondola dat hij geen zin heeft om een prijzenoorlog te ontketenen. Maar Jumbo en Van Eerd spelen het graag sluw: wat ze zeggen, is niet altijd wat ze doen. Frits van Eerd zet mensen graag op het verkeerde been. 

Nog dit: cruciaal in de carrière van Fritz van Eerd is zijn voorliefde voor snelle wagens. De jonge Van Eerd droomde van een carrière als autocoureur. Zijn ouders zagen het niet zitten, dus stortte hij zich op de zakenwereld. Zijn droom verloochende hij niet: hij wilde geld verdienen om zijn racehobby te kunnen betalen. Hij heeft een collectie oldtimers, reed vijf keer de rally Parijs-Dakar en werd in 2006 Nederlands rallykampioen. Zonder de autosport was hij nooit een succesvolle ondernemer geworden, zei Van Eerd in De Ondernemer. “Dan had ik nooit geleerd de randjes op te zoeken van hoever je kunt gaan om ergens een succes van te maken.” Winst kan je volgens hem afdwingen. “Als je niet tegen iedereen zegt: Ik moet, ik zal, ik ga winnen, dan maak je geen enkele kans.”