Non-fooddiscounter Action rondde vorig jaar de kaap van 200 winkels in ons land. De budgetketen wil nu nog verder uitbreiden, zegt kersvers general manager voor België en Luxemburg Joeri Sanders. Zeker nu veel consumenten hun koopkracht zien verminderen. “Er is maatschappelijke acceptatie rond discounters.”

Geen crisis kan de opmars van de Nederlandse non-fooddiscounter Action tegenhouden, zo lijkt het. Het overleefde de coronapandemie wonderwel, ondanks winkelsluitingen in België, Frankrijk en Oostenrijk, en ook tijdens de huidige crisis doet de budgetketen het heel goed. Mensen letten op de kleintjes nu de inflatie woekert, maar de discounter heeft al langer dan vandaag de wind in de zeilen. Sinds 2015 ging het aantal winkels van ongeveer 600 naar meer dan 2.100 en ging de omzet jaar na jaar omhoog, om vorig jaar te pieken op 6,8 miljard euro. Een stijging van 23% tegenover het jaar ervoor. De opmars gaat dit jaar onverstoorbaar verder: begin dit jaar telde Action 2.000 winkels, vandaag is dat opgelopen tot 2.138. In die gunstige omstandigheden is Joeri Sanders op 7 september aan de slag gegaan als general manager van Action België en Luxemburg. Het kon wat dat betreft erger, geeft hij toe, al is de stap voor hem ook om andere redenen niet zo groot. “Ik werk intussen al sinds 2013 bij het bedrijf, waarvan de laatste jaren als verkoopleider voor België en Luxemburg. Ik was nauw betrokken bij het werk van mijn voorganger, Judia Elkadi. Ik zal verderzetten wat zij opgebouwd heeft en er tegelijk voor zorgen dat we ons DNA als discounter bewaren.”