De inflatie in ons land daalt naar 8,05%. Vooral de energieprijzen stijgen minder snel, maar er is één grote uitzondering: voeding. Die werd maar liefst 15,5% duurder tegenover een jaar geleden.

Het leven is opnieuw een stuk duurder geworden, blijkt uit nieuwe cijfers van Statbel. De algemene inflatie bedroeg in januari 8,05%, een stuk minder dan de 10,35% in december of de 12,27% in oktober, toen de inflatie piekte. Vorig jaar waren de energieprijzen de aanjagers van de inflatie, vandaag blijkt dat voeding te zijn. De stijgende voedingsprijzen zijn goed voor 2,59 pocentpunt van de algemene inflatie. In de maand januari werd voeding (inclusief alcoholische dranken) liefst 15,59% duurder. Een jaar geleden was dan nog amper 2,26%. De stijging bij voeding is drie keer hoger dan bij energie. De grootste stijgingen waren te vinden bij oliën (+28,2%), vis (+15%), zuivelproducten (+24,6%), vlees, niet-alcoholische dranken en brood. Bij de individuele uitschieters zitten frituurolie (+37%), eieren (+34,3%), margarine en plantaardige vetten (+31,1%) en volle melk (+30,6%). Door de hoge voedingsprijzen blijft de kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproduccten en onbewerkte voedingsmiddelen, hoger dan die van december, toen die 7,34% bedroeg. Naast de duurdere voeding is dat volgens Statbel ook te wijten aan duurdere prijzen in de dienstensector (+6,6%) en op de huurmarkt (+5,9%).De daling van de algemene inflatie is vooral te danken aan de spectaculaire daling van de energieprijzen in vergelijking met een jaar geleden.