De herstructurering bij Delhaize ging de voorbije weken met alle aandacht lopen. Maar het probleem van de Belgische retail gaat veel verder, zegt Pierre-Alexandre Billiet, CEO van Gondola.

Hoe toekomstbestendig is de Belgische retail? De cijfers van Gondola en GraydonCreditsafe geven aan dat één op zes Belgische supermarkten met een faillissement flirten. Maar het probleem gaat verder. Om toekomstbestendig te zijn, hebben Belgische retailers financieel 3 à 4 keer meer investeringsbudget nodig dan ze vandaag hebben, om mee te kunnen met de grote (vaak Amerikaanse) retailers en e-commercebedrijven. De consument kan wereldwijd prijzen vergelijken en producten kopen. Retailers en merken passen zich aan, en opereren ook meer en meer wereldwijd. Om een grootte van orde mee te geven: een bedrijf als Amazon investeert meer dan 10% van haar omzet (capex) terwijl Europese retailers amper 2.5% van hun omzet investeren. Dit geeft zowat het pijnpunt weer: door de versnelde veranderingen en de crisis zal er weer een consolidatiegolf voor Europa en België rollen. Dit zal er hoogstwaarschijnlijk voor zorgen dat we de komende maanden of jaren in de retailer dezelfde symptomen als de kredietcrisis van 2008 zullen terugzien: de grote internationale retailers gaan volop acquisities doen, de kleintjes vallen er tussenuit. En “kleintjes” zijn retailers van minder dan een half miljard euro omzet.

Hoe erg is de situatie in de retail? Het Belgisch retaillandschap is zowat 2x keer ongezonder dan onze nationale economie. Vergeet Delhaize: het probleem is veel groter dan 9000 werknemers en 128 winkels! We spreken hier over een probleem van 32 miljard euro omzet. Geen enkele grote foodretailer draait winst in België, behalve Colruyt, en nog nipt Delhaize. Zelfs Lidl draaide vorig jaar verlies, en dat is waarschijnlijk geen financiële optimalisatie… . Vraag is: wanneer startte de teloorgang van het Belgische winkellandschap? De komst van Albert Heijn was de druppel. Het is opmerkelijk dat de aandrijver van lage prijzen vandaag Albert Heijn is, die in dezelfde groep als Delhaize zit. Hoe kan het dat Albert Heijn in België wel rendabel is en Delhaize (veel) minder? Hoe komt het dat politici toelaten dat de Albert Heijn winkels in België een deel van de sociale lasten kunnen optimaliseren door een groot deel van de activiteiten en de aankoop in Nederland te doen? In 2011 was Johan Vande Lanotte, toenmalig minister van economische zaken de eerste om concurrenten binnen te laten in België, omdat concurrentiekracht de consumptieprijzen naar omlaag haalt, en dus de koopkracht van de consument verhoogt.

Maar vandaag hoor je geen enkele minister of financiële instantie die de constructies van Albert Heijn België in de diepte analyseert (uitgezonderd eenmalig in 2019) . Er zijn meerdere leveranciers die confidentieel bevestigen dat hun eigen producten met verlies worden verkocht in België door Albert Heijn, maar door promotionele- en financiële constructies legaal moeilijk te bewijzen valt. Van de Lanotte opende de doos van Pandora. In 2019 was 8% van de foodretail van de retail al ongezond, 4 keer meer dan alle andere sectoren tezamen. We lijken te vergeten dat in 2018 al aan de alarmbel werd getrokken, onder andere door Dominique Michel van Comeos. De cijfers waren toen al niet rooskleurig, los van de sociale bezorgdheid. Vandaag krijgen we een cocktail van sociale en economische problemen maar ook een morele crisis: waar gaat ons retaillandschap, en onze consumptie  naartoe? Heel wat internationale spelers gaan elkaar te lijf gaan, met lokale gevolgen op sociaal en economisch vlak. Niet vergeten dat de landbouw, en een groot deel van de voedingsindustrie rechtstreeks afhankelijk is van de retail. De groothandel en de kleinhandel hebben zowat het kleinste mediaan investeringsratio, terwijl de landbouw de hoogste heeft. Boeren kapitaliseren meer dan handelaars in België, hoewel ze minder verdienen.

Sommige retailers als Trafic of Hema, die het eigenlijk moeilijk hebben lijken redelijk schok- en toekomstbestendig uit hun cijfers, omdat zij een groot deel van hun winst aanleggen of als reserves of overdragen. Ook de voorvermelde Belgische landbouw handelt in die zin: uit een soort voorzorgsprincipe. Dit is dan ook het enige lichtpuntje: misschien zal ook de Belgische retail meer reserves aanleggen nu ze ziet dat het economisch moeilijk wordt. Maar aangezien het aantal retailers in kritische situatie  is ook dit slecht wankele hoop. Reserves aanleggen is een mindset, niet iets wat je plotseling doet als de hemel grijs kleurt. Misschien had de overheid verplichte reserves of fiscaal gunstige regime voor reserves moeten creëren tijdens de covid voor deze essentiële sector. Nu is een groot deel van de winst naar de aandeelhouders gevloeid, en kan je er geen aanspraak meer op maken om de tewerkstelling of om de toekomstbestendigheid te garanderen. Het investeringsbeleid van grote internationale spelers is moeilijk af te leiden uit data en inzichten,  omdat hun cijfers geconsolideerd zijn op internationaal niveau. Je kan hun investeringsratio niet voorspellen uit hun Belgische cijfers. Het is enkel hopen dat die grote bedrijven in België geloven en hun internationale reserves aanschrijven om in België te investeren. We kunnen enkel maar hopen en bidden.