Een nieuwe wet die op 28 november werd aangenomen, verscheen op 15 december in het Belgisch Staatsblad. Ze zet een Europese richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen om in de Belgische wetgeving. In de praktijk beschermt ze landbouwers en kmo’s. Een analyse met behulp van Grégory Sorreaux, advocaat bij Thales.

Op 17 april 2019 heeft de Europese Unie haar Richtlijn (EU) 2019/633 inzake oneerlijke B2B handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen gepubliceerd. Het doel was om bepaalde oneerlijke praktijken van afnemers tegenover hun leveranciers (producentenorganisaties, groothandelaars, verwerkers) te verbieden. Een initiatief dat als noodzakelijk werd beschouwd, gezien de kwetsbaarheid van de sector, de volatiliteit van de inkomens van de landbouwers en de aanzienlijke commerciële risico's waarmee zij worden geconfronteerd. Juist omdat leveranciers sterk afhankelijk zijn van afnemers, die meestal groter zijn, heeft de Europese wetgever zich ingespannen om een aantal oneerlijke praktijken te verbieden.