Bij proefprojecten met digitaal statiegeld werden maar 10.000 van de 42.000 verkochte blikjes correct ingeleverd. Toch noemt organisator Fost Plus dat een “zeer goed resultaat”.

Vlaanderen wil werk maken van digitaal statiegeld op blikjes en flesjes, maar een groot succes blijken de resultaten tot dusver niet echt. Bij proefprojecten in pretpark Bobbejaanland en in een supermarkt, bungalowpark en frituur in De Haan werden er maar 1 op 4 correct ingeleverd. Dat meldt Het Nieuwsblad. De test werkte simpel: bezoekers van Bobbejaanland betaalden in september drie weekends lang 20 cent extra voor hun flesjes of blikjes met frisdrank. Dat geld kregen ze terug wanneer ze de recipiënten netjes in de vuilnisbak achterlieten en een QR-code inscanden. 

De test moest nagaan hoe het systeem zou werken als het digitaal statiegeld bij consumenten thuis zou ingevoerd worden. Uit rapporten van Fost Plus blijkt dat er van de 10.000 verkochte drankjes in Bobbejaanland slechts 2.500 werden ingescand. Aan de kust was dat in verhouding nog minder: daar werden 7.500 van de 32.000 verpakkingen correct teruggebracht. Sommige flesjes en blikjes eindigden wel in de juiste afvalbak, maar werden niet eerst ingescand. Bovendien werden in Bobbejaanland 450 flesjes dubbel aangeboden. 

Vraag is of de invoering van het digitale statiegeld het zwerfvuil kan terugdringen. In Bobbejaanland blijkt dat niet meteen het geval: zowel voor als tijdens de testperiode belanden 1 op 9 verpakkingen op de grond. Ondanks die cijfers zijn zowel initiatiefnemer Fost Plus als OVAM tevreden. Fost Plus heeft het over “een zeer goed resultaat”, terwijl OVAM het eerder al over “operationele robuustheid” en “een vastgestelde impact op de gemeten hoeveelheid zwerfvuil” heeft. Voorstanders wijzen er op dat 1 op 4 voor een testproject dat inburgering vraagt een succes is. Critici vinden die interpretatie van de resultaten veel te rooskleurig.