We waren eventjes geschrokken vanmorgen, de suikerprijs swingt uit de pan, en sommige media kopten al – zij het met een gezonde dosis ironie – dat we best chocolade en snoepgoed moesten beginnen te hamsteren. Waarom? Wel, de suikerprijs is begin 2011 beginnen stijgen. En volgens de huidige voorspellingen zal de prijs vanaf 1 oktober 2011 toegenomen zijn met maar liefst 49%. Aangezien de prijs van glucosestroop gekoppeld is aan de suikerprijs, zal die dus ook stijgen. En het logische gevolg: de productieprijs per snoepje zal toenemen. De verklaringen voor dit fenomeen zijn achtereenvolgens: de steeds grotere vraag uit China, de beslissing van kleinere Afrikaanse suikerbouwers om hun suiker niet aan Europa te verkopen maar wel aan hun buurlanden, de wereldwijd tegenvallende oogsten en het gebruik van suikerriet – voornamelijk in Brazilië – voor de productie van bio-ethanol. Dat is allemaal goed en wel, maar het is geen geheim dat Europa op het vlak van de voedselprijzen op de wereldmarkt eigenlijk geen rol van betekenis speelt, dat heeft misschien zijn nadelen, maar ook voordelen want daardoor wordt onze markt minder sterk beïnvloed door de wereldvoedselprijzen. Om één en ander uit te klaren heeft Gondola dan maar contact opgenomen met Peter-Jan Lucas van SSZ (Studiecentrum Snacks en Zoetwaren). Hij wilde ons best verder helpen, én dat deed hij door ons door te verwijzen naar naar de officiële bronnen. En daaruit blijkt toch een iets ander verhaal dan dat afgelopen week in de media is verschenen.

Met de stijgende suikerprijzen moet er eerst en vooral een onderscheid gemaakt worden tussen de suikerprijzen op de wereldmarkt en die in de EU. De EU is in principe in staat om aan zeker 85 % van de vraag naar suiker binnen de EU te voldoen. Het is een relatief gesloten markt, met een beperkte import en een prijsgarantie voor de producenten. Met de productie (85%) van suiker in de EU is dit jaar feitelijk niets aan de hand. Ook de prognose voor het volgende jaar ziet er positief uit. Er zijn zelfs nog een aantal landen binnen de EU waarvan de suikerproductie momenteel niet wordt benut. Het is echter zeker wel zo dat de suikerprijs door de toenemende vraag (ondermeer uit China, of voor gebruik als alternatieve brandstof) op de wereldmarkt sterk is gestegen. Ook speculatieve hedging speelt een niet onaanzienlijke rol in dit prijsproces op de wereldmarkt. De suikerprijs op de wereldmarkt lag voorheen echter onder die van de EU en ligt en er nu voor het eerst boven. De verwachting is dat door de toenemende vraag de prijzen op de wereldmarkt verder zullen stijgen. In de EU wordt dus circa 15 % van de suiker geïmporteerd en voor dat deel treedt dus schaarste op. Op de wereldmarkt zijn er nog landen die wel produceren, maar niet in de EU zijn toegelaten (o.a. door controle op kwaliteit). De EU heeft ondertussen al wel extra maatregelen genomen door in april suiker vanuit Brazilië toe te laten, in augustus volgt een tweede toelating voor in het totaal 500.000 ton. Door deze maatregelen blijft de aanvoer van suiker vrijwel zeker gegarandeerd in de EU. En de EU markt is op zich dus zeker niet volledig afhankelijk van geïmporteerde suiker, in principe zou er zelfs voor vrijwel 100% aan de vraag voldaan kunnen worden. Vanzelfsprekend zijn categorieën die veel suikers bevatten meest gevoelig voor de suikerprijsstijgingen, denk vooral aan typische snoepproducten, zoals bijvoorbeeld lollies, gommen, toffees en dergelijke. In andere productcategorieën wordt suiker dan weer gedeeltelijk verwerkt, zoals bijvoorbeeld chocolade en biscuit.