Hij studeerde humane wetenschappen aan de KULeuven, houdt van opera en is al meer dan 35 jaar actief in de FMCG-sector. Philip Tanghe, commercieel directeur Benelux bij kaasmaker Savencia, is niet alleen personality of the year maar ook een man met behoorlijk wat facetten.

Philip Tanghe houdt van lekker eten. Omdat er op de tafel voor ons een doos vol met kazen staat, begint hij het gesprek met een culinaire tip. “Weet je wat je eens moet proberen? Aardappelpuree met geitenkaas erin. Heel lekker. Een bekende televisiekok heeft dat op een bepaald moment gedaan en een week later was onze stock in België bijna helemaal op. (lacht) We wisten niet wat er gebeurde. Zonder enige aanwijzing zat er een piek in onze verkoop. Het heeft ons geleerd hoe belangrijk influencers zijn in onze branche. Sommige bloggers hebben 50.000 volgers. Als zij iets schrijven over een van onze producten dan merken we dat. In het begin was dat schrikken, omdat we nog niet met hen samenwerkten, maar nu doen we dat wel. Maar we respecteren hen, zij hebben hun eigen authenticiteit. Als we iets met hen doen, moet het verhaal kloppen. Het moet geloofwaardig zijn, voor beide partijen. Het is voor ons niet het belangrijkste kanaal, maar je moet er wel aanwezig zijn, zeker als je jongeren wil bereiken.”

U bent een van de winnaars van de Personality of the Year-awards. Doet u dat wat?

Ja, absoluut. Het is een erkenning voor wat je doet samen met je klanten en al je medewerkers. Ook voor hen is het een award natuurlijk. Het is een erkenning voor wat je doet. Je kan hem niet krijgen als je enerzijds een fantastische persoonlijkheid hebt en anderszijds het bedrijf hele andere waarden heeft en ook resultaten niet volgen. Omgekeerd kan je ook niet winnen als je bedrijf fantastisch is, maar je op persoonlijk vlak een nerd bent. Er moet een balans zijn. Ik moet zeggen dat ik iedereen in de jury ken, maar ook dat is een verdienste: dat ik veel mensen ken. Ik zit al meer dan 35 jaar in het vak. Ik ben begonnen in 1977, op mijn zeventiende.

Op uw zeventiende?

Ja, ik ben toen begonnen als arbeider-bediende bij Colruyt in Vorst. Rekken vullen en aan de kassa staan. Ik vond dat heerlijk. Je maakt er kennis met alle lagen van de bevolking, van arme tot chique mensen die hun inkopen voor het weekend komen doen. Toen ik aan de universiteit studeerde, bleef ik het doen, op vrijdag en zaterdag, twintig uur in de week. Ik stond graag tussen de mensen en financieel was het als student ook interessant. Ik heb het gedaan tot mijn 25ste. Je moeten weten: dat was toen nog het stenen tijdperk bij Colruyt, we hielden winkel open met 8 à 9 mensen. Nu is dat met een veelvoud ervan. Ik studeerde geschiedenis, omdat ik geen rechten wou doen zoals mijn vader en mijn broer. Ik ben begonnen bij Henkel, in wat ze de ‘universitaire ploeg’ heetten: als je bekwaam was en een universitair diploma had, kwam je in aanmerking om er te beginnen. Ik werd de baan opgestuurd als verkoper-vertegenwoordiger. Ik was opgegroeid in een Vlaams-katholiek gezin, maar om mij uit te dagen hebben ze mij naar de Borinage en naar Luik gestuurd. ‘Le viking flamand’ noemden ze mij. Ik deed het heel graag.

Wat vindt u leuk aan uw job?

In retail en FMCG-sector is geen enkele dag dezelfde. Er zijn elke dag moeilijkheden en onverwachte struikelblokken. Commerciële mensen in FMCG hebben elke dag wel een planning, maar geen vaste structuur. Er komt altijd iets tussendoor gefietst. Ook people management vind ik belangrijk, mijn deur staat altijd open. Weet je met wat ik retail graag vergelijk? Met opera of theater.

Als de deuren openen, gaan de gordijnen open en begint het allemaal. Wij maken deel uit van een groot en inspirerend theater. Het moet helemaal goed zitten. Ik ben een operaliefhebber: als er één stem is die niet helemaal goed zingt of één instrument dat niet helemaal goed gestemd is, dan hoor ik dat.

Gaat u vaak naar de opera?

Ja. Ik heb een abonnement bij de Vlaamse Opera in Antwerpen. Voor mij is het ideaal om helemaal weg te zijn van mijn job. Ik heb veel respect voor wat ze brengen. Het is een heel andere wereld, dat is net ook de reden waarom ik ervan hou.

Is het een van de momenten waarop u uw job helemaal los laat?

Ik ben eigenlijk nooit los van mijn job, dat zit altijd in mijn achterhoofd. Alleen als de voorstelling begint, verdwijnt het. Ik vind dat niet slecht. Er zijn twee momenten waarop ik me wel los probeer te maken: als ik een langere vakantie heb, dan vraag ik aan mijn medewerkers om geen mails te versturen en kijk ik ook niet naar mijn mails. Bij groot probleem kunnen ze wel sms’en. Dat gun ik mijn medewerkers ook. Helemaal loslaten dat kan niet. Het is zoals een familie, die laat je ook niet los. Ik ga ook fietsen, met een wielerploeg. Dat is ook een moment waarop Savencia ver weg is. Hoewel, soms bied ik mijn ploegmaten een kaasje of een aantal nieuwe producten aan en dan ben ik de kaasboer. Maar da’s leuk, hun spontane reacties zijn belangrijk voor mij.

Eén van de grote troeven van Savencia is de lokale verankering.

Dat koesteren we. We hebben geen massaproductiesites. Caprice des Dieux bijvoorbeeld wordt in de Vogezen gemaakt, niet ver van Vittel. Ze wordt gemaakt van melk rond de kaasmakerij. We geloven dat die melk de kaassmaak bepaalt. Bovendien geeft het de boeren uit de omgeving een samenhorigheidsgevoel. Ook dat is belangrijk. We hebben in totaal 52 productie-eenheden in Frankrijk en België. Als je het puur bedrijfseconomisch bekijkt, is dat een uitdaging. We zouden onze Camembert in Luxemburg kunnen maken in plaats van in Normandië, maar dat doen we niet, omdat de smaak ook afhangt van de microbacillen in de lucht. De omgeving maakt de smaak. Onze kaasmakers zijn lokaal verankert en zijn een grote troef voor ons bedrijf. Zij kennen de gehele historiek en onwikkeling van de specifieke kaassoorten.

Er zit ook een marketingaspect achter: onze retailpartners en de consumenten houden van die lokale achtergrond. Het is een belangrijke troef.

Gezondheid is voor veel consumenten een prioriteit. Voelen jullie de impact daarvan?

Gezondheid houdt ons heel sterk bezig. Onze slogan is ‘ondernemen om betere voeding op de markt te brengen’. Kaas wordt wegens zijn vetgehalte soms als een boosdoener bekeken, maar heeft ook postieve eigenschappen, via calcium. Dat wordt soms over het hoofd gezien. Bovendien hebben we heel veel inspanningen gedaan om onze producten aan te passen: het zoutgehalte in onze Passendale-kaas hebben we de voorbije jaren stelselmatig verlaagd. We gebruiken geen dierlijk stremsels meer, en ook geeen kleurstoffen en E-toevoegingen meer. We zijn een enorm traject aan het afleggen. We zijn vorig jaar ook met bio-kazen op de markt gekomen. We zijn een van de eerste merken die aanvaard zijn door Bio-Planet. Net zoals zij zijn de meeste retailers naar Passendale gekomen om te zien of het hele verhaal wel klopte. Dat is voor ons een heel mooi visitekaartje.

Wat is volgens u de belangrijkste ontwikkeling in de meer dan 35 jaar die u in dit vak zit?

Ongetwijfeld dat er meer oog is voor duurzaamheid, voor meer integriteit in de manier waarop we zaken doen. Op dat vlak is er echt heel veel vooruitgang gemaakt. En ik geloof dat dat zich nog meer zal doorzetten. Weet u waarom de Personality of the Year-award voor mij ook zo speciaal is? Ik word er op 4 januari 60. Het wordt een dubbel feest. Dat is toch weer iets speciaals.