Het einde van de spotgoedkope artikelen uit China lijkt in zicht. Dat stellen Roel Gevaers en Wouter Dewulf, twee professoren aan de Universiteit van Antwerpen. De reden? Duurdere posttarieven, hogere importbelastingen en de impact van de coronacrisis.

Een gsm-hoesje van 2 euro, een armband voor 1,5 euro… iedereen bestelt online wel eens spotgoedkope artikelen bij Chinese e-commerceplatformen als AliExpress, onderdeel van Alibaba. Hoewel consumenten vaak wel enig geduld moeten opbrengen vooraleer ze het pakje bij hun thuis geleverd krijgen, soms tot wel 60 dagen, zijn veel online shoppers, en dan vooral de jongere generatie, er gek op. Toch lijkt er nu een einde te komen aan de spotgoedkope pakjes uit China. Of dat is toch wat Roel Gevaers, professor transporteconomie & e-commerce, en Wouter Dewulf, professor luchtvaarteconomie aan de UAntwerpen, beweren in een blogpost. 

Tot nu toe konden Chinese e-commerceplatformen profiteren van goedkope verzendtarieven via luchttransport in postzakken en van een goedkope lastmileservice, waardoor ze de prijzen van hun producten ongewoon laag konden houden. Maar daar komt verandering in volgens de twee professoren. “Deze goedkope dropshipmarkt zal de komende maanden zeer sterk onder druk komen te staan. De coronacrisis schudt namelijk die ganse supplychain door elkaar”, verduidelijkt Roel Gevaers, die verwijst naar 4 factoren die het bestaande Chinese businessmodel onder druk zetten. 

Minder vrachtruimte

Ten eerste is er een pak minder vrachtruimte beschikbaar door de coronacrisis: passagiersvluchten werden immers volop geannuleerd waardoor pakjes niet meer konden gestockeerd worden in de buik van het vliegtuig. Bovendien wordt er ook voorrang gegeven aan medische en B2B-volumes, waardoor grote stapels postpakketten klaar liggen in Chinese steden als Shenzen, Guangzhou en Shangai om verzonden te worden. “Dit capaciteitstekort resulteert in torenhoge vrachttarieven. De gemiddelde luchtposttarieven vanuit China naar havens in Europa zijn onlangs gestegen van ongeveer 0,75 USD/kg tot 7,5 USD/kg, een vertienvoudiging dus”, vervolgt Roel Gevaers.

Dure lastmile spelers

Ook de lokale lastmile spelers zijn duurder geworden door de crisis. Tot nu werden lokale lastmile spelers als DPD, UPS of GLS als back-upoplossing gebruikt in plaats van klassieke pakjesbezorgers. Maar dat is door het toegenomen succes van e-commerce geen optie meer. “De tarieven van deze operatoren liggen aanzienlijk boven de huidige UPU-tarieven. Door de hoge ‘coronavolumes’ die ze de voorbije maanden te verwerken kregen, lijkt het er bovendien op dat deze pakketspelers niet tegen lage verzendkosten nóg meer extra volumes willen aantrekken.” Chinese e-commerce bedrijven moeten met andere woorden op zoek naar andere oplossingen.

Hogere importbelastingen

En dat is niet het enige: er komen ook hogere importbelastingen. De Europese Unie keurde onlangs een nieuwe belastingregeling goed voor dropshipping, de zogenaamde direct-to-consumer leveringen. Tot nu toe wordt er enkel btw geheven op zendingen boven de 22 euro, en zijn invoerrechten verschuldigd boven een waarde van 150 euro. Maar vanaf 1 januari 2021 geldt het btw-bedrag voor alle pakjes. “Dit betekent dat alle geïmporteerde ‘goedkope’ goederen, zoals bijvoorbeeld de gsm-covers, in België minstens 21% duurder worden”, aldus de professor. 

Duurdere posttarieven

Een andere doorslaggevende factor? Duurdere posttarieven. Tot nu toe werd een groot deel van de bestellingen uit China bijna gratis aan huis geleverd via nationale postdiensten al bpost. Maar daar komt vanaf 1 juli 2020 verandering in. “Trump heeft de Universal Postal Union (UPU), die wereldwijde postregels en -verdragen vastlegt, afgelopen september gedwongen om de afspraken waar vooral freeriders als China van profiteerden, te veranderen”, vertelt Roel Gevaers. Volgens de nieuwe regel kunnen postoperatoren binnen de UPU in de komende 5 jaar de tarieven voor intercontinentale postzendingen verhogen. En dat betekent slechts nieuws voor de Chinese e-commercebedrijven. “Prognoses voorspellen dat de posttarieven tegen 2025 met minstens 150% gestegen zullen zijn”, aldus Gevaers.

Europese hub als laatste redmiddel?

Het ziet er dus naar uit dat consumenten in de toekomst meer zullen moeten betalen voor hun pakjes uit China. Al hoeven deze veranderingen niet meteen een impact te hebben op alle e-tailers. “Het businessmodel van de Chinese online spelers zonder Europese hub mag dan wel ten einde lopen. Maar de online spelers die de voorbije jaren gefocust hebben op een meer lokaal en/of continentaal logistiek model (zoals Zalando, Amazon, Bol) zullen beter kunnen standhouden omdat ze maar beperkt onderhevig zijn aan deze giftige cocktail van factoren”, verduidelijkt Roel Gevaers. Chinese e-commercebedrijven zoals Alibaba, die toch nog het hart van de Europese consument willen blijven veroveren, moeten er volgens hem dan ook alles aan doen om hun Europese hubs, met lokale voorraden, zo snel mogelijk operationeel te krijgen. Op die manier kunnen ze blijven concurreren met andere Europese online spelers.