Door de oorlog in Oekraïne is de prijs van grondstoffen zo sterk gestegen dat groot aantal voedingsbedrijven voortaan verplicht zijn hun productie terug te schroeven om verliezen te vermijden. Eén op drie is in dat geval. Volgens Fevia zijn zonder de nodige maatregelen lege rekken niet veraf. 

“We zitten in de fase voor tekorten in de winkelrekken”, zegt Fevia, de federatie van de voedingssector in ons land. “Maar we kunnen die situatie nog vermijden.” Volgens de organisatie is 30% van zijn meer dan 200 leden van plan vanaf nu of in één van de komende weken de productie te verminderen of zelfs stop te zetten. “We komen in een onhoudbare situatie waarin sommige bedrijven zich genoodzaakt zien te produceren met verlies, wat uiteraard onaanvaardbaar is, of de productie te stoppen”, zegt communicatieverantwoordelijke Nicholas Courant.

Explosie van kosten

Aan de basis van die situatie ligt een haast historische explosie van kosten op alle niveaus, geeft de woordvoerder aan:

  • Voedingsgrondstoffen (tarwe, maïs, plantaardige olie, eieren, …): “De oorlog in Oekraïne heeft tekorten gecreëerd, wat op zijn beurt een prijzenexplosie op gang gebracht heeft. Maar de stijging was al anderhalf jaar bezig. De index van de FAO, de landbouworganisatie van de VN, toont dat de prijzen van de grondstoffen met 43% gestegen is in die periode. Dat is enorm!”
  • Energie (petroleum, gas, elektriciteit): “De helft van onze leden bevestigt dat hun kosten voor elektriciteit verdubbeld zijn sinds vorig jaar. Voor 37% onder hen is de gasfactuur zelfs drie keer zo hoog.”
  • Verpakkingen (karton, plastic, glas, …): “Ook daar is er een link met de de oorlogssituatie in Oekraïne, omdat Rusland en Oekraïne grote exporteurs zijn van bokalen en glazen flessen. Zelfs bij aluminium zien we intussen problemen opduiken.”
  • “Daarbij komen ook nog een verhoging in transportkosten die zich ook laat voelen.”

De rol van de supermarkten

Het grote probleem voor de voedingsproducenten is dat ze niet in de mogelijkheid zijn de grote toename van de kosten niet kunnen doorrekenen aan hun klanten, zegt Courant. “Het is heel moeilijk om zelfs maar een afspraak vast te krijgen bij de verschillende retailers. Voedingsbedrijven kunnen hun best doen om hun uitzonderlijke situatie uit te leggen en te vragen dat de contracten herzien worden, maar vaak krijgen ze niet eens een antwoord. En wanneer het toch gebeurt, is het om te weigeren of een heel minimale verhoging van de prijzen toe te staan.” Ook al weet hij dat de concurrentie tussen retailers vandaag heel groot is, waardoor niemand geneigd is als eerste verhogingen door te voeren, waarschuwt Nicholas Courant: “De situatie is vandaag zo uitzonderlijk dat we niet de luxe hebben om te wachten. Anders gaan we echt problemen krijgen op vlak van bevoorrading, iets dat we ten allen prijze moeten vermijden.”

Voor Fevia schuilt de oplossing voor de crisissituatie in één enkel woord: flexibiliteit. Bij de retailers, die onvermijdelijke prijsverhogingen zullen moeten aanvaarden, maar ook bij overheden en bij voedingsproducenten zelf. “Een groot aantal bedrijven hebben de wil om door te gaan, zelfs om af en toe creatieve oplossingen te bedenken zoals het aanpassen van recepten of alternatieve ingrediënten vinden. Maar we hebben ook de steun van de overheid nodig. We vragen bijvoorbeeld de invoering van tijdelijke en pragmatische regels voor etikettering bij de herformulering van een product. Als we door deze moeilijke periode willen komen, zullen we het samen moeten doen.”