Bpost, Delhaize, Multipharma en CSD (maaltijdleveringen aan huis) stappen in het project BCklet, dat een belevering van particulieren en handelszaken in Brussel per cargofiets beoogt. Opvallend is dat het hier niet alleen over de last mile van de pakjes gaat, maar ook over die van grotere partijen goederen zoals voeding, medicijnen... en zelfs palletten. Zo gaat Delhaize een Fresh Atelier-stadswinkel nu deels met de fiets bevoorraden en niet meer met een vrachtwagen.

Het project BCklet is een initiatief van de coöperatieve vennootschap Urbike, die de praktische organisatie op zich neemt, in samenwerking met onder meer drie koeriersbedrijven die de beenkracht aanleveren. Het project is ontstaan vanuit de vaststelling dat jaarlijks 16 miljoen leveringen in Brussel worden uitgevoerd, waarvan theoretisch gezien een vierde per cargofiets zou kunnen gebeuren. Daarbij gaat het dus veel verder dan de pakjesleveringen voor de e-commerce.

Het grote verschil met eerdere projecten van leveringen per cargofiets is dat er hier gewerkt wordt met aanhangwagens achter de fiets. Ze bestaan uit een frame en dienen niet alleen als vervoermiddel, maar ook als hefmiddel. Zo kunnen zowel containers als palletten op de aanhangwagen geplaatst worden, zonder extern hefmaterieel. De containers hebben een inhoud van 1,5 m³ en kunnen 200 kg meenemen. In het geval van palletten kan men zelfs tot 270 kg gaan.

Pakjes bij bpost

Bpost, dat de afgelopen 10 jaar zijn CO2-emissies met 40% verminderde dankzij de inzet van elektrische fietsen, driewielers en bestelwagens (zoals de Colibus) stapt in het project om te zien of pakjesleveringen met de BicyLift aanhangwagens kunnen gebeuren. “Wij vervoeren steeds meer pakjes, wat meestal per bestelwagen gebeurt. Zij zijn mede de oorzaak van congestie en, als ze niet elektrisch zijn, van CO2-emissies. De cargofietsen van het BCklet-project nemen veel minder ruimte in beslag en veroorzaken geen verkeersopstoppingen. En ze stoten geen CO2 uit”, vertelt Barbara Van Speybroeck, communicatiemanager van bpost.

“Maar we willen eerst ervaring opdoen. Zijn die fietsen ergonomisch en comfortabel genoeg? Zijn ze veilig? Zijn er praktische en operationele problemen? Is het volume van de containers oké of zijn ze te groot of te klein? Daarom starten we in juni op vrij kleine schaal met drie fietsen met containers die in Schaarbeek op de pakjesrondes worden ingezet. Later, in een tweede fase, zullen we ook tests uitvoeren die meer gericht zijn op de uitwisselbaarheid van de containers”, voegt ze toe.

Winkelbevoorrading bij Delhaize

Bij Delhaize is de opzet totaal anders. Daar gaat het om de bevoorrading van Shop & Go en Fresh Atelier-buurtwinkels. “Vandaag worden ze beleverd met vrachtwagens, terwijl de te leveren producten eigenlijk in zo’n container passen. De test zal verlopen met containers die in het distributiecentrum van Zellik worden gevuld en meegaan tot een supermarkt in de buurt van zo’n buurtwinkel. De container wordt daar gelost, opgepikt door een koerier en tot in de winkel gebracht”, legt Luc D’Hondt, Sustainable Transport and Mobility Manager bij Delhaize, uit.

Vandaag is al een eerste rit georganiseerd, met een container bestemd voor Fresh Atelier aan het Centraal Station. “Vandaag was de container gevuld met droge voeding. Als we genoeg ervaring hebben opgedaan, zullen ook verse voeding in thermocontainers vervoeren. Maar we moeten eerst zeker zijn dat de koude keten gewaarborgd is. Nadien willen we ook het vervoer van palletten per fiets uittesten. Die zouden dan een hoes krijgen om de producten tegen de regen te beschermen. Het is niet zo onrealistisch als het lijkt. Op zo’n pallet kunnen bijvoorbeeld tot 27 bakken bier vervoerd worden”.

Volgens D’Hondt was de eerste levering vandaag de start van een hele reeks tests. “We nemen deel aan het project om te leren en ervaring op te doen. Het gaat tenslotte om een totaal nieuw logistiek model. Tot in september zal één fiets rijden, telkens naar het Fresh Atelier van de Ravensteingalerij. Nadien zullen we meer fietsen inzetten en ook Shop & Go’s bevoorraden, waarbij we telkens een supermarkt op een paar kilometer afstand als hub gebruiken. Maar als het project aanslaat en de tests uitwijzen dat dit een volwaardig alternatief is, kunnen we overwegen om de leveringen vanuit kleine stadsdistributiehubs te organiseren, al dan niet in samenwerking met andere bedrijven. Maar dat is nog toekomstmuziek”, zegt D’Hondt tot slot.