Coca-Cola Belgium
Het R&D Center van The Coca-Cola Company in Brussel is verantwoordelijk voor innovaties van het bedrijf in 120 landen. De drankjes die hier worden bedacht en getest zijn het resultaat van wetenschap, creativiteit én nieuwsgierigheid. De deuren van dat lab gaan slechts zelden open voor wie daar niet elke dag werkt. Maar de 25e verjaardag van het Brusselse R&D Center was natuurlijk een te mooie gelegenheid om te laten liggen.
Er lijkt weinig méér Amerikaans van aard te zijn dan Coca-Cola. En toch is dit een genuanceerd verhaal. In België hebben The Coca-Cola Company en (bottelaar) Coca-Cola Europacific Partners 2.200 medewerkers, verspreid over zes vestigingen. Ongeveer 85% van alle Coca-Cola-producten die worden verkocht in België, zijn lokaal, in Antwerpen, Gent of Chaudfontaine, geproduceerd. “België is een land met een van de hoogste consumpties van het brede portfolio van Coca-Cola ter wereld”, zegt Wouter Vermeulen, vice-president sustainability & public policy Europe. “De huidige campagne ‘Geproduceerd in België’ onderstreept die unieke positie. We hebben echt wel een verhaal te vertellen. We zijn een globaal merk, maar een lokaal bedrijf.”
En dat is niet alles: het Brusselse R&D Center is een van de slechts zes R&D Centers wereldwijd. Brussel ‘bedient’ de hele EMEA-regio: Europa, het Midden-Oosten en Afrika, goed voor meer dan 120 landen (en meer dan twee miljard consumenten). “Innovatie zit echt in het DNA van ons bedrijf”, zegt Wouter Vermeulen. “Wij waren in 1923 het eerste bedrijf met een sixpack. Vervolgens waren er onder meer de eerste automatische tapkraan voor softdrinks in 1933, de eerste mensen van kleur in een grote reclamecampagne in 1955, de eerste calorie-arme softdrink in 1963, de eerste lichtgewichtfles in 1991 … : wij passen ons voortdurend aan de verwachten van de consument aan. Ook op het vlak van duurzaamheid, waarbij we onder andere naar het watergebruik kijken, de verpakkingen en uiteraard de ingrediënten.”
Coca-Cola Belgium
Product, verpakking en toestellen
In het R&D Center in de Brusselse gemeente Anderlecht werken meer dan 80 experts uit 26 landen, met een goede mix op het vlak van expertise, gender en leeftijd. De experts zijn grofweg in drie afdelingen terug te vinden: product, verpakking en toestellen. Er zijn in totaal acht labs, waarvan we de belangrijkste te zien kregen.
Onze rondleiding beginnen we in het Sensory Lab. Hier worden de vele nieuwe drankjes die het Brusselse R&D-team jaarlijks ontwikkelt aan proefpanels voorgelegd. Die interne of externe testpersonen gebruiken hun vijf zintuigen om nieuwe drankjes te beoordelen. Coca-Cola is uiteraard het oermerk van het bedrijf, maar is lang niet het enige drankje van het bedrijf dat gaandeweg tot een ‘total beverage company’ vervelde.
“We testen hier of wat we ontwikkelen, aanslaat bij de consument”, zegt Dimitri. Zijn collega Christophe laat ons twee anders gekleurde Fanta’s proeven. We halen er de subtiele verschillen uit. Enfin: dat denken we toch. Het blijkt om twee identieke stalen te gaan, waarbij een van de stalen een extra (smaakloos) kleurtje kreeg … Kleur beïnvloedt duidelijk onze ervaring! Terzijde, en voor zover u dat nog niet had opgemerkt: van Fanta zijn in verschillende landen andere versies te vinden (meer of minder suiker, lokale citrusvruchten …), en al die variëteiten worden hier ontwikkeld. Het enige drankje waarvan het recept uitsluitend in Atlanta (VS) bewaard wordt, is het oerproduct Coca-Cola zelf. Enkel het water en het type suiker kunnen per land verschillen gezien ze heel lokaal worden toegeleverd.
Uiteraard is dit testen slechts één onderdeel van een toolkit die – naast het eigenlijke testen – ook ‘social media listening’ en kwantatief en kwalitatief onderzoek omvat. In de toekomst wil men ook AI meer en meer een rol laten spelen: smaakingenieurs kunnen met de hulp van AI nieuwe formules bedenken en voor de tests kunnen digitale twins een rol spelen.
Ideeën tot leven brengen
In het Grote Lab in het R&D Center legt Madly, afkomstig van La Réunion en al 10 jaar in Brussel, uit hoe in dit lab ideeën tot leven worden gebracht. “Het is een combinatie van smaakinzichten, technische kennis en marktkennis”, legt ze uit. “We beschikken hier over 1.600 verschillende ingrediënten, zodat we echt alles kunnen uitproberen.” Ze laat ons twee drankjes proeven waarin dezelfde dosis aardbei is verwerkt. Toch ruiken en smaken ze anders (dat hadden we wel juist geproefd). Vanwaar dan het verschil? De aanwezigheid van andere ingrediënten intensifieert of verzwakt de smaak of de geur van aardbei. De context (en de balans tussen de ingrediënten) is dus van ontzettend groot belang. Alles samen worden in Anderlecht jaarlijks ongeveer 300 nieuwe recepten, verpakkingen en distributieoplossingen ontwikkeld. Ook het moment van consumptie is belangrijk, van ‘s ochtends tot ’s avonds, net als het soort verpakking: om de smaak bij de consument dezelfde te krijgen, is de samenstelling van Costa Coffee Latte in een blikje net een tikkeltje anders dan die in een petfles, zo leren we van Fabien in de barista-afdeling van het R&D Center.
Coca-Cola Belgium
Minibottelarij in eigen huis
Als de formules hun definitieve vorm hebben gekregen, is het tijd voor de volgende stap. In een uitbreiding van het R&D Center bevindt zich een volwaardige pilot plant die jaarlijks meer dan 500 prototypes produceert voor meer dan 120 landen waar Coca-Cola actief is. Een minibottelarij, zeg maar. Hier werkt alles zoals in een echte bottelarij, maar het hele proces gebeurt op veel kleinere schaal. Hier wordt bekeken of nieuwe blikjes, glazen flessen en petflessen, en de doppen of kroonkurken de tests overleven. Er is één gecarboniseerde lijn en een aseptische lijn – van die laatste, speciaal voor Coca-Cola geassembleerd, bestaat er slechts één gelijkaardige configuratie: in het Chinese Shanghai.
De juiste verpakking
Over de diverse soorten verpakkingen gesproken: in de kelder van het R&D Center vinden we de speeltuin van het team van Stijn Franssen. Zijn groep van ingenieurs werkt aan verpakkingen en dispensing devices. Klantgerichtheid is hier geen ijdel woord. De iconische vorm van een flesje cola dateert van 1915, toen drankjes in een emmer (ijs)water koud werden gehouden. Door de typische vorm voelden dorstige mensen meteen welk flesje ‘hun’ cola was wanneer ze hun hand in het water staken. “Ook toen al ontwikkelde men verpakkingen om aan consumentenverwachtingen te voldoen”, stelt Stijn vast. “Wij gaan bij onze ontwerpen uit van duurzaamheid, convenience én user experience.” En de resultaten mogen er zijn. Zo zien we interessante voorbeelden van innovaties in de pipeline, zoals flesjes waarbij alle commerciële en wettelijk verplichte informatie in de fles zelf is gelaserd. Sprite-flesjes worden op termijn transparant (voor een betere recyclage, nu al het geval op de Belgische markt) en ook de omverpakking zal op termijn transformeren naar kartonnetjes aan de bovenkant van blikjes of petflessen. Zelfs de glazen flessen worden anders. In Afrika zit Coca-Cola al in flesjes met 30% minder glas. En verrassend: die nieuwe flesjes zijn sterker dan de vorige. Voor de Europese formaten bestaan nu al testvarianten met 20 en zelfs 40% minder glas. De invoering van die nieuwe flesjes wordt markt per markt bekeken, en daar is een goede reden voor: zo’n omschakeling vereist een stevige investering (en drie tot vier jaar voorbereiding).
Coca-Cola Belgium
Self serve en bediening
Er zijn andere manieren dan blikjes of pet- en glazen flessen om drank tot bij de consument te brengen. Er bestaan meerdere soorten dispensing devices, naast unieke toestellen om dopjes te testen (de ‘Ease’-machine, waarvan er drie werden gemaakt) of een (voorlopig nog unieke) machine die de naam en een foto op een blikje kan laseren. De meeste toestellen die hier het licht zien, zijn prototypes voor een specifiek gebruik. Voor Britse pubs, bijvoorbeeld. Of, zoals de Freestyle-machines voor outdoorgebruik, voor de Olympische en Paralympische Spelen in Parijs. “Voor vaste installaties heb je twee tot drie weken om alles te installeren en operationeel te krijgen, in Parijs hadden we twee tot drie uur”, legt Stijn uit waarom die toestellen er anders uitzien. Toestellen voor self serve of voor bediening door barpersoneel? Ook dat vereist een ander design en een andere mindset. “Samen met de bedrijven die later de machines bouwen, ontwikkelen we prototypes die we vervolgens testen in de markt.” Aandachtspunten zijn telkens voedselveiligheid, user interface, de kwaliteit van het water en van de drank, en de snelheid van werken.
Inventief en creatief
Als deze rondleiding ons iets duidelijk maakte, dan is het dat het Coca-Cola-ecosysteem Belgischer is dan gedacht, en ook en vooral: er zit meer in een drankje dan je denkt. Zoals: inventieve en uitvoerig geteste formules, slim design, de weg naar meer duurzaamheid en gebruiksgemak. En ook: een internationaal, creatief team dat van Brussel een spil maakt in de ontwikkeling van drankjes voor elk moment van de dag.
Waarom België?
Dat België in 2000 een R&D Center van Coca-Cola kreeg, heeft meerdere redenen. Om te beginnen heeft Coca-Cola geprofiteerd van de aanwezigheid van een verlaten bottelarij direct achter zijn gebouw. Bovendien voelden de experts veel voor Brussel als standplaats. Er is een prima ecosysteem met leveranciers en de eigen bottelarijen (in Gent, Antwerpen en Chaudfontaine, terwijl het Franse Duinkerke evenmin ver is). Last but not least ondersteunt België de vestiging van R&D-centra op zijn grondgebied ten zeerste.
Coca-Cola Belgium
Enkele opvallende innovaties
We hebben hier te weinig pagina’s om alle innovaties van de voorbije 25 jaar van het Brusselse R&D Center op te sommen. Waar men bij Coca-Cola zelf enorm trots op is, zijn de vele zero sugar drinks, Costa Coffee RTD, Fuze Tea, Royal Bliss en de Sprite met stevia. Op het vlak van verpakkings- en materiaalinnovatie is er de lichtgewicht petfles, gebruiksvriendelijke aangehechte doppen en de Freestyle-machines voor de Olympische Spelen in Parijs. En dan hebben we het nog niet over de gepersonaliseerde drankverpakkingen, het striklabel voor Coca-Cola en de Fanta twist-fles.