Van 13 mei tot en met 26 mei houden ongeveer 7.000 bedrijven in de privésector sociale verkiezingen waarbij in totaal bijna 2 miljoen werknemers betrokken zijn.

In de komende twee weken kunnen ongeveer 1,7 miljoen werknemers van ongeveer 7.000 bedrijven in de privésector stemmen om hun afgevaardigden te kiezen in het comité voor preventie en bescherming op het werk (in bedrijven met minstens 50 werknemers) en ondernemingsraden ( voor bedrijven met minstens 100 werknemers), en dat voor de komende vier jaar. Kandidaat-afgevaardigden zijn verkiesbaar onder de kleuren van de drie grote vakbonden van het land: de socialistische (ABVV), de christelijke (CSC/ACV) en de liberale (CGSLB/ACLVB). “De aanwezigheid van vakbonden op de werkplek versterkt de werkzekerheid, biedt werknemers meer mogelijkheden om hun rechten op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsrecht uit te oefenen en geeft hen meer kansen om te profiteren van opleidingen die door hun werkgever worden aangeboden”, legt Jean-Marc Urbain, federaal secretaris van de CSC Bergen-La Louvière, uit in een persbericht. Er moet worden opgemerkt dat bedrijven met minder dan 50 werknemers, en dus zonder ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk, wel een vakbondsafvaardiging kunnen hebben, maar dat slechts een klein aantal van hen sociale verkiezingen houdt. Bij de laatste verkiezingen, in 2020, kwam de christelijke vakbond nationaal als beste uit de bus met 55,71% van de zetels in de ondernemingsraden, vóór de socialistische (33,46% van de stemmen) en liberale (10%) vakbonden.